woensdag 1 juni 2016

Iedereen bevriest als er ‘racisme’ wordt geroepen

                                                                 
In het verblindend licht van de racisme-beschuldiging  bevriezen we

Het ging vanmorgen meteen al fout toen ik de Volkskrant van de mat pakte en de voorpagina zag. Mijn verzetshouding was al tot grote hoogte gegroeid toen ik de krant op de keukentafel uitspreidde met het vaste voornemen om me niet door de Volkskrant de oren te laten wassen.

En het ging zo goed. Gisteravond was ik redelijk tevreden over de genuanceerde wijze waarop het NOS-journaal inging op de ophef die was veroorzaakt door een rapper die een keer tegen een politiecontrole aanliep. Als hij even had nagedacht zou hij het begrepen hebben, want actieve controles van de politie dienen ook zijn eigen veiligheid. Maar nee. Het narcistische jongetje riep ‘racisme’ en bracht daarmee het hele land in beweging.

Had mevrouw Simons daar op zitten wachten? Geflankeerd door twee ‘Denkers’ schoof ze aan bij de ophef om haar eigen racisme-leed voor de toegesnelde pers te etaleren.

De Volkskrant maakte het vervolgens weer een heel klein beetje goed. Op pagina 24 krijgt de nog weinig bekende schrijver Celal Altuntasde gelegenheid om wat olie op de golven te werpen. Hij vindt het zorgelijk dat Sylvana Simons de strategie ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’ toepast. En: ‘niet alleen Nederlanders, ook Turken en Marokkanen uiten zich racistisch tegenover andere groepen’. In zijn verdere betoog toont hij aan dat niemand zich er op kan beroepen geen vooringenomen beelden van andere groepen te hebben. Het is universeel dat we discrimineren.
Dat artikel van Celal Altuntas had wat mij betreft op de voorpagina gemoeten. Het is de juiste aanpak om de ophef wat tot bedaren te brengen. 

Maar ja, de Volkskrant moet kranten verkopen en denkt er kennelijk niet over na dat ze met de uitvergroting van een mini-gebeurtenis op de voorpagina bijdraagt aan het verder opstoken van het vuurtje dat door de schrijver Celal Altuntas zowel ‘multiculturele crisis’ als ‘discriminatiecrisis’ wordt genoemd. Boven ons gestelden als Rutte, Asscher en Samson dragen niet bij aan een gezonde kijk op de zaak. Impliciet of expliciet stellen ze rapper Typhoon in het gelijk, al blijft de bijval voor mevrouw Simons (geen vriend van) uit.

Het is een bekend verschijnsel dat wanneer de politie een verdachte het vuur aan de schenen legt, deze ondanks zijn onschuld zal bekennen. Als je er bij de Nederlandse bevolking maar blijft inhameren dat ze racisten zijn, zal een groot aantal daarvan de neiging hebben om te ‘bekennen’ en op zoek gaan naar voorbeelden die dat bevestigen. Rutte, Asscher en Samsom doen dat bijvoorbeeld en zijn zo als rolmodellen het baken voor de ‘gewetensvolle’ maar niet erg nadenkenden onder ons die met triomfgevoel door de ‘racismeroepers’ op het schild worden gehesen.
Bij een ernstige beschuldiging (en racisme is dat) bevriezen de meeste mensen want je reputatie wordt er ernstig door aangetast. Die bevriezing schakelt het gezonde verstand uit. Het beïnvloedt je gedrag. Je kunt gaan overcompenseren door te bewijzen dat je geen ‘racist’ bent door op jouw beurt een fanatieke racismebestrijder te worden..

In Engeland (o.a. in Manchester en Nottingham) heeft de angst om van racisme of discriminatie beschuldigd te worden geleid tot het wegkijken bij grote schandalen. In feite gebeurt dat ook al in Nederland. In het licht van de schijnwerpers bevriezen we als konijntjes, meten ons schuld aan en zien voorbij aan het feit dat de ‘racismeroepers’ geen haar beter zijn dan degenen die ze beschuldigen. Zo wordt een subversief standpunt ten onrechte dominant.

Maar gelukkig hebben we op pagina 23 Celal Altuntas nog voor degenen die zich niet gek willen laten maken. We discrimineren allemaal, en allemaal worden we gediscrimineerd. In een ander blog wil ik daar nog eens uitgebreid op ingaan.




Geen opmerkingen: