Wie is er bang voor Donald Trump? En wie maakt ons bang? |
Er is ons een groot onheil overkomen. Althans, dat is de
indruk die ik heb overgehouden uit de kranten en van televisieprogramma’s van de
laatste dagen. Een monster heeft de macht in Amerika overgenomen dankzij
miljoenen racisten die hem steunen en dat is het einde van de beschaving zoals
we die kenden. Mensen die ik aardig vind hoor ik de meest vreselijke dingen
zeggen en veel fatsoensrakkers hoor ik zich te buiten gaan aan de meest
onfatsoenlijke en haatzaaiende omschrijvingen van de nieuwe president van
Amerika.
Sinds ik op jeugdige leeftijd ontdekte dat Sinterklaas niet
echt bestond besloot ik me niet meer zo gemakkelijk bang te laten maken en niet
meer op voorhand aan te nemen dat wat anderen vertelden ook waar was. Je kunt
je afvragen of het hele sinterklaasfeest niet mede de intrinsieke bedoeling had
om met je angsten te leren omgaan. Er is maar weinig om echt bang voor te zijn
en angst is een slechte raadgever leerde ik van mijn vader.
Als ik alles wat over Trump gezegd wordt terugbreng tot het
droge gewicht kan ik hem geen sympathieke man vinden. Ik heb wel sympathie voor
veel van de mensen die op hem stemden omdat ze verwachten dat hij taboes zal
doorbreken en de gevestigde orde een oorvijg verkoopt. Trump is in ieder geval
geen bange man. En omdat hij niet bang is, voelt de gevestigde orde zich door
hem bedreigd. Vanwege die bedreiging beginnen ze om zich heen te slaan en het
wapen van bangmakerij is een beproefde methode om je te verweren.
De interne werking
van bangmakerij
Groepscohesie is het eerste doel van bangmakerij en ontaardt
als regel in scapegoating. Bij bangmakerij is het de bedoeling dat de doelgroep
zich verenigt in dezelfde opvatting door iets buiten henzelf als bedreiging aan
te wijzen. Bij een acute bedreiging neemt de groepscohesie toe, vormt een
veilig binnenklimaat en wekt de groep op tot een agressieve houding. Het is
precies wat we op dit ogenblik in Amerika zien gebeuren bij de storm van
protesten die zich vooral in de grote steden voordoet.
De externe werking
van bangmakerij
Bangmakerij heeft ook tot doel om het object van de uit
angst voorkomende agressie te bewegen om concessies te doen. ‘Bewijs dat je
niet zo slecht bent als wij denken’, is de boodschap. Als die boodschap vat
krijgt op het object zal een bijstelling van de aanvankelijke boodschap het
gevolg zijn. Er worden concessies gedaan en voor een toekomstige president van
Amerika is dat een noodzaak om te voorkomen dat het land volledig verscheurd
raakt.
De conclusie van deze dubbele strategie is dat de soep niet
zo heet zal worden gegeten als die werd opgediend. Hoe harder het verzet is,
des te meer concessies er worden gekregen.
De tweede doelstelling bij de externe werking is zo veel
mogelijk sympathie te verwerven voor het eigen standpunt om zo het verzet te
vergroten. Het merkwaardige daarbij is dat ook veel mensen die juist belang
hebben (of horen te hebben) bij het doorbreken van taboes, vatbaar zijn voor de
verspreide angst en zich daardoor als het ware tegen hun eigen belangen keren.
Een onderdeel van de bangmakerij is dat u en ik wel heel slechte mensen moeten
zijn als we het standpunt van de dominante groep niet delen. Bewust of onbewust
laten veel mensen zich daardoor leiden, want wie kan er tegen om als slecht
mens te worden aangeduid.
Te veel mensen laten
zich bang maken
Het is groepsdruk die mensen verleidt om een zelfstandig
oordeel op te geven voor het standpunt dat de groepsleiding prefereert. Hoe
dichter men bij de groep staat, hoe meer men zich conformeert. De bangmakers
(populisten gaan de zaak overnemen) vormen in Nederland een merkwaardige groep.
Leiders van politieke partijen zitten als regel in de voorhoede. Het doorbreken
van taboes is een bedreiging voor hun machten invloed en de angst voor het
verlies van aanhang. In hun kielzog zijn het de politiek geïnteresseerde
journalisten en programmamakers die de taak op zich nemen om de angst te
verspreiden. De angst dat de omwenteling in Amerika een doorwerking zal hebben
op de situatie in Nederland speelt daarbij een grote rol.
Bangmakerij is een
vorm van manipulatie
Uiteindelijk zijn het niet de politici en cartoonisten en journalisten
die het meeste belang hebben bij het verwekken van angst en het zaaien van haat.
In feite zijn ze ingekapseld in de amorfe groep die die zich het meest bedreigd
voelt door veranderingen. Het is de groep die geen belang heeft bij
veranderingen en de status quo willen behouden omdat die hun belangen dient.
Het bang maken voor Zwarte Piet met zijn roe en zak is onder
druk van het pedagogisch klimaat in de jaren zeventig verdwenen. Ik vraag me af
of daardoor minder mensen hebben leren omgaan met angst en met wat anderen ze
proberen wijs te maken.
Het doorbreken van taboes is alleen een bedreiging voor de
groep die van de status quo profiteert. Daarom is er alle reden om ons niet te
laten intimideren en manipuleren. Het doorbreken van taboes is niet het einde
van de beschaving zoals we die kennen maar noodzakelijk om de scheef gegroeide verhoudingen
weer in balans te brengen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten