zondag 19 augustus 2018

Volkskrantcolumnist gebruikt waardeloos experiment als overtuigend bewijs van discriminatie



De Volkskrant verluchtigt haar internet-editie op zondag met prikkelende opinies. ‘Opinie op Zondag’ heet de formule. Zondag 19 augustus waren Dirk-Jan van Baar en Keyvan Shahbazi aan de beurt. Over de column van Dirk-Jan van Baar is al het nodige gezegd op diverse internetfora. Daar heb ik weinig aan toe te voegen. De Volkskrant schuwt extreme opinies niet en die van Van Baar was er een van.

Shahbazi is cultureel psycholoog, publicist en medewerker van de politieacademie waar hij waarschijnlijk aankomende politieofficieren laat kennismaken met de culturen van moslimlanden en zijn visie op integratie. De Zondagse column van Shahbazi is niet zo extreem als die van Dirk-Jan van Baarlijke nonsens. Shahbazi vindt Nederland geen etnische gemeenschap meer, maar een waardengemeenschap. Hij onderschrijft wel de Nederlandse (etnische) waarden. Hij gelooft nog in integratie en roept ons op een stap naar de ander te zetten. We moeten onze vooroordelen en stereotypen daarom opzij zetten, betoogt hij. Tot dusver keurig politiek-correct idealisme, waar ze op de politieacademie waarschijnlijk weinig aan hebben. Het soort betoog van Shahbazi past in een patroon. Net als veel andere allochtone schrijvers en publicisten richt hij zich met een bede tot de Nederlandse samenleving alsof die de oplossing in handen heeft om integratie mogelijk te maken.

Van Shahbazi moeten we onze stereotypen en vooroordelen loslaten. Het zijn producten van onze evolutie. Hij komt met een voorbeeld van slangen. Die zien we als gevaarlijk en dat is een  bevooroordeeld stereotypering. Volgens hem hebben we niet de neiging om te onderzoeken of het in een bepaald geval om een onschuldig soort gaat. Met dit voorbeeld begint Shabazi zijn misleiding. De evolutie heeft ons niet alleen een afkeer van slangen gegeven, maar ook de hoogst mogelijke voorzichtigheid bij het zien van vreemdelingen. Dat doen we instinctief. Pas als we een vreemdeling persoonlijk beter leren kennen laten we ons op stereotypering gebaseerd vooroordeel vallen. Maar dat vertelt Shahbazi er niet bij. Dat past niet in zijn betoog.

Om dat betoog te onderbouwen verwijst hij naar een documentaire van “de onvolprezen Sunny Bergman”. Dat bevat volgens hem een klassiek sociaal psychologisch experiment.  In het zicht van “progressief-liberaal’ publiek stelen drie verschillende mannen een fiets met een kinderzitje. Een donkere man, een gekleurde man en een witte man. Bij de eerste twee doet het publiek een beroep op de politie en houdt afstand omdat de betrokkene agressief kan zijn. Bij de laatste ‘witte’ man treedt een ander verschijnsel op. Het publiek neemt aan dat de man zijn sleuteltje verloren heeft en helpt hem zelfs om de fiets weer rijklaar te maken.

We gaan dat ‘klassiek sociaal psychologisch experiment’ hier nog eens over doen. Nu met vijf mannen. Een donkere man, een gekleurde man, een keurige witte man die op het aanwezige publiek lijkt, een witte man die eruit ziet als een zwerver en een witte man die er uit ziet als een volslagen junk. De uitkomst is te voorspellen. Alleen bij nummer drie, de keurige man, wordt de politie niet ingeschakeld en helpt het publiek de betrokkene. Het gaat niet om de kleur alleen. Als een keurig en sportief geklede dertiger met een donker uiterlijk in het experiment zou zijn betrokken, zou die waarschijnlijk ook weinig tot geen onrust oproepen.

Als psycholoog moet Shahbazi weten dat het ‘klassiek sociaal psychologisch experiment’ van Sunny Bergman niet deugt. Toch gebruikt hij het voor dezelfde boodschap als die van Sunny Bergman: we discrimineren als het om mensen met een kleur gaat. “Criminaliteit en huidskleur worden in het klassieke experiment volgens Shahbazi (en Sunny Bergman) gekoppeld. Dat mag niet zegt Shahbazi. Het is discriminatie omdat er onderscheid wordt gemaakt op basis van irrelevante kenmerken. Dat is een strafbaar feit, zegt hij.

Mijnheer Shahbazi is een warhoofd en een verdomd slecht psycholoog. De drang om een boodschap over te brengen is bij hem zo sterk dat hij een rommeltje maakt van de bewijzen die hij aandraagt om zijn punt te kunnen maken. Het zijn geen bewijzen die wetenschappelijk door de beugel kunnen. Zijn inleidend betoog over onze instinctieve afkeer van alles wat een risico of gevaar kan opleveren versmalt hij tot de afkeer voor slangen. Zijn omschrijving van discriminatie deugt niet. In het dagelijks leven maakt iedereen gebruik van vooroordelen en stereotyperingen. Waarom zou het alleen maar discriminatie heten als het om gekleurde mensen gaat. Bij vooroordelen over dikke mensen heet het geen discriminatie immers? Het is een dom betoog en het is een gevaarlijk betoog. Wie geen kaas heeft gegeten van wetenschappelijk onderzoek, valt gemakkelijk voor zijn aanduiding ‘klassiek sociaal psychologisch experiment’.

Helaas is Shahbazi een goed voorbeeld van een politiek correcte wetenschapper. Het doel heiligt de middelen als het doel dat vereist. Politiek correcte wetenschap neemt niet de menselijke natuur zoals die is als uitgangspunt, maar hoe die ideaal gezien zou moeten zijn. Wie aan dat laatste niet voldoet maakt volgens Shahbazi een overtreding waarvoor hij gestraft zou moeten worden



donderdag 2 augustus 2018

Is de politie een doelwit van islamactivisten?

'Islam is vrede' en moet beschermd worden


Een aantal jaren geleden zat ik op een verjaardagspartijtje naast een man die druk in gesprek was met zijn buurman. Een alledaagse belevenis. Het onderwerp van gesprek was echter niet alledaags. Mijn buurman probeerde zijn buurman ervan te overtuigen dat de gemiddelde politieagent door en door racistisch is. De andere man sputterde wat tegen en ik schoot hem te hulp. Ik zei dat ik me kon voorstellen dat de gemiddelde agent beter in de gaten had wat er in de samenleving speelde dan de gemiddelde krantenlezer en daarom nog niet racistisch genoemd kon worden. Mijn buurman ging er nog eens goed voor zitten: “Je zou eens moeten horen wat agenten allemaal roepen over Marokkanen”. Daarna bleek al gauw met wie we te maken hadden. Mijn buurman was politieofficier en was in zijn regio belast met het tegengaan van racisme onder politie=agenten. Dat was zijn baan. Hij had er voor gestudeerd, cursussen gevolgd en hij was op uitnodiging in Marokko geweest.

Wat later, in 2015, kwam het boek uit van de Duitse politieagente Tania Tambouri waarin ze alarm slaat over de agressie van jonge migranten tegen de politie. Over jonge migranten schrijft ze: “Ze overschrijden méér dan één grens: geen respect voor vrouwen, geen respect voor de politie, geen respect voor de staat waarin we leven.” Haar verwijt is dat er intern te veel wordt weggekeken omdat men bang is voor racist te worden uitgemaakt.

Politieagenten staan met hun poten in de modder van de multiculturele samenleving en krijgen daar slecht voor betaald. Het ziekteverzuim is hoog, de inzetbaarheid kent nauwelijks grenzen en ze worden ook nog eens belaagd door hun eigen leiding die gesprekken in de kleedkamers en de kantine afluistert. Ik sta aan hun kant en dat is hoognodig. Een agent die een multiculturele overtreder stevig aanpakt kan er op rekenen dat zijn maten het filmen en dat hij vervolgens aangifte gaat doen wegens mishandeling. Je zal dan maar net mijn verjaardagsbuurman als leidinggevende hebben. Dan krijg je een aantekening en word je naar een antiracisme cursus gestuurd die vaak door Marokkaanse deskundigen wordt gegeven.

Een jaar later kreeg Ahmed Marcough, ex-politieagent, inmiddels ex-kamerlid (PvdA) en belangenbehartiger van de islam volop media-aandacht toen hij stelde dat agenten met PVV-achtige opvattingen niets te zoeken hadden bij de politie en door de leiding zouden moeten worden geweerd. Wat later deed hij het in een uitzending van Pauw nog eens dunnetjes over. Het werd geen echte rel. Met dit soort bizarre uitspraken op zijn CV kon Marcough nog prima burgemeester van Arnhem worden. Daar is hij onder meer belast met veiligheid en de inzet van politie.

De goedbetaalde Peter R. de Vries kritiseert de politie voortdurend in praatprogramma’s en valt ‘slachtoffers’ van politieoptreden bij. De politie is een strijdtoneel geworden. Multiculturele woordvoerders en islamitische activisten zitten de politie op de huid. Antecedenten mogen niet meer in de krant. ‘Opsporing verzocht’ moet minder allochtonen in beeld brengen. Etnisch profileren is racistisch en aanslagplegers moeten in beeld worden gebracht als ‘verwarde’ mensen. Politie wordt ingezet bij racismebestrijding. De politieagent staat onder druk, hij moet islamvriendelijker worden. Waarschijnlijk op advies van multiculturele specialisten gaat de politie moslimvriendelijke dingen doen. Ze bezoeken moskeeën en organiseren iftars.

Ondertussen blijkt dat de politie nauwelijks discrimineert. ‘Kennislink’ vermeldt uit een onderzoek: “We onderzochten vervolgens in hoeverre de ervaringen met de politie samenhingen met etnische achtergrond en uiterlijk, en in hoeverre die ervaringen samenhingen met de eigen gedragingen. Wanneer we de antwoorden van jongeren over hun politiecontacten corrigeren voor de door de jongeren zelf gerapporteerde gedragingen, verdwijnt het beeld dat agenten systematisch discrimineren. De politiecontacten blijken vooral samen te hangen met geslacht ( jongens hebben meer en meer negatieve ervaringen met de politie), met de buurten waarin zij op straat zijn, met de tijd die ze er doorbrengen en bovenal met normoverschrijdend gedrag van de jongeren zelf en hun vrienden. Wij vonden geen bewijs voor stelselmatige discriminatie.”

Deze zin is onderscheidend: Wanneer we de antwoorden van jongeren over hun politiecontacten corrigeren voor de door de jongeren zelf gerapporteerde gedragingen, verdwijnt het beeld dat agenten systematisch discrimineren. Jonge allochtonen die in aanraking komen met de politie beginnen altijd met ontkennen, leugens en als het niet helpt met slachtoffergedrag. Daarin is de politie altijd de dader. Een recent voorbeeld daarvan zijn de twee Marokkanen die een fietser hadden doodgereden. Omdat ze elkaar de schuld gaven van achter het stuur te hebben gezeten was een veroordeling aanvankelijk niet mogelijk. Toen dat later wel kon kreeg de politie de schuld. Die had ze niet achterna moeten zitten.

Dat de politie discrimineert en racistisch is valt te horen bij nagenoeg alle islamitische woordvoerders, belangenbehartigers, columnisten en rappers. Ze zeggen nog net niet dat de criminaliteit onder allochtone jongeren de schuld van de politie is, maar ze insinueren dat wel. Die woordvoerders/belangenbehartigers klagen met regelmaat bij burgemeesters, politiechefs, Kamerleden en ministers. Hun beeld wordt het beeld van de politieke en lokale beleidsmakers. De agent krijgt nauwelijks hun steun want niemand wil zelfs de schijn wekken verondersteld racisme te steunen. De agent is de zondebok. De agent moet op zijn tellen passen. De agent wordt in de uitvoering van zijn functie belemmerd. Menig agent heeft van een arrestant te horen gekregen dat hij weet waar de agent woont. Onderzoek loopt vaak vast op allochtone zwijgcultuur. Bedreigen zwijgen zijn een normaal onderdeel van de tribale cultuur.

Als belangrijkste oplossing wordt de aanstelling van méér allochtone agenten door de beleidsmakers aangedragen. Het is ze ingefluisterd door de islamitische woordvoerders en belangenbehartigers. Het zal het probleem eerder groter maken dan het al is. Allochtone agenten zijn opgegroeid in een tribale cultuur en kunnen onder enorme druk komen te staan van hun omgeving.

Beleidmakers zijn weer eens het verkeerde probleem aan het oplossen. Het echte probleem benoemen is immers racistisch en discriminerend. Die termen werken als een chantagemiddel en dat wordt royaal benut. Het levert wegkijkers op.