donderdag 16 juni 2016

De etnisch politieke marketing van Denk en de gevaren daarvan

                                                                 
Öztürk toen hij nog geen islamitisch baardje had

“Wij hebben racisme en discriminatie op de kaart gezet”, laat DENK ons in haar laatste persbericht weten. Grootspraak natuurlijk, maar het laat wel zien waar de partij haar politieke aanhang zoekt.  DENK wil de mensen die discriminatie en racisme een groot probleem vinden, politiek verenigen. Maar dat lijkt niet het enige.

Minderheden een stem en gezicht geven is in de politiek en in de media geen nieuw verschijnsel. Er zijn verschillende partijen als de PvdA en GroenLinks die daar ruim aandacht aan geven. Ook in de media krijgen ze een stem en een gezicht. Aan racisme en discriminatie wordt ruim aandacht besteed. Voor DENK is dat allemaal kennelijk niet voldoende. Het was de reden voor Öztürk en Kuzu om uit de PvdA te stappen.

Öztürk kreeg het gisteren royaal om de oren in de NRC en werd daar neergezet als een wat louche figuur die in een politieke functie voor de PvdA  in Roermond aan touwtjes trekt om zijn  persoonlijke belangen te behartigen.  Zijn reactie lijkt te zijn:  ‘als het wettelijk niet is verboden, is het integer’. In de Volkskrant vandaag  wordt hij neergezet als een ‘straatvechter die de grens opzoekt’. Ex-voorzitter van PvdA-Limburg, Marcel Kleinen, zegt dat hij de PvdA gewaarschuwd heeft toen de overstap naar Den Haag aan de orde was. “Marchanderen en cliëntisme horen wat mij betreft bij de PvdA. Ik heb ze gewaarschuwd dat het mis zou gaan en dat is dus ook gebeurd.”

Het motto van DENK lijkt te zijn: als het niet strikt tegen de wet is, dan is het integer. Daarmee bevind je je moreel en ethisch op een glijbaan en daar wordt nu uitgerekend etnische steun voor gezocht.Het persoonlijke wordt politiek gemaakt. DENK geeft de verkeerde signalen af en Öztürk is bepaald geen rolmodel. 

Dré Peters, politiek bondgenoot van Van Rey, vertelt dat hij samen met Öztürk is opgegroeid in een als niet zo goed bekend staande volksbuurt. “Dan groei je op met een stigma, en dan had hij ook nog een verkeerde achtergrond”. Öztürk heeft zich omhoog geknokt en dat verdient op zich respect. Op die weg heeft hij sterk geleund op een Turkse achterban die hem met (geritselde?) voorkeurstemmen steunden.
Öztürk heeft de taal leren spreken van zijn achterban, kent hun gedachtegoed en strijdt voor hun belangen. Dat doet hij nog steeds. Hij is tegen integratie en roept tegen autochtoon Nederland: wen er maar aan. In feite is hij tegen emancipatie.

Daar en precies daar gaat het mis. Met hem roepen ook Simons, Azarkan en Kuzu hetzelfde.  En tegen minderheidsgroepen roepen ze: blijf jezelf en wie dat niet accepteert is een racist of discrimineert. Het is de verkeerde boodschap die ook door islamitische organisaties wordt uitgedragen. Diametraal tegenover de boodschap van DENK, staat het geluid van Celal Altuntas die de opgeblazen ballonnen van de rechtvaardiging om niet te integreren genadeloos doorprikt.  De Turkse (of andere minderheids-) cultuur past niet in Nederland. Wie gelukkig wil worden (en onderzoek bewijst dat) omarmt de Nederlandse cultuur en bewaart in familieverband de eigen tradities.

De cultuur die DENK voorstaat is er een waar de eigen cultuur met cliëntisme, nepotisme, protectionisme, ritselen en sjoemelen als behorend tot het dagelijks leven wordt gezien en waar de brutaalsten het voor het zeggen hebben. Mannen als Öztürk die tegenover de buitenwereld de beschuldiging van racisme en discriminatie als wapen gebruiken. Mannen die door de bescherming van hun biotoop bijdragen aan de verharding. Iedereen die hen niet steunt is een vijand.


Het wordt tijd dat Nederland kiest. Dat politieke partijen, de regering en de media kiezen. Dat zou een keuze moeten zijn tegen het gedachtengoed van DENK en een heldere keuze moeten zijn vóór integratie. Wieniet integreert wordt een loser. De feiten bewijzen het. 

Geen opmerkingen: