donderdag 14 maart 2019

Komt er met Haga als splijtzwam een botsing tussen Nederland en de islam?



Het gaat er hard aan toe. Burgemeesters van de grote steden uiten hun bezorgdheid, de minister van onderwijs doet het, inlichtingendiensten alarmeren en uitgerekend Asscher liet als leider van de PvdA in de Volkskrant optekenen dat het Haga Lyceum dicht moet en dat de wet moet worden aangepast. Ondertussen laat de bevolking zich ook niet onbetuigd en vindt in meerderheid dat de onderwijsvrijheid maar beter uit de grondwet kan worden gehaald.

Ook de andere kant laat zich niet onbetuigd. Het bestuur van het Haga Lyceum uitte zich agressief en brutaal en liet weten, door mij in nette termen samengevat, ‘dat de overheid hen de kont kon kussen’. Zij krijgen de volle steun van hun leerlingen en ouders daarvan. Maar ook extreme figuren als imam Fawaz Jneid en consorten melden zich om hun steun aan het bestuur te betuigen en de overheid te veroordelen. De hakken gaan in het zand en het bestuur heeft al voor de vlucht naar voren gekozen met het plan in alle grote steden een lyceum te openen.

Na decennia van gedogen, pappen en nathouden, sussen, theedrinken, relativeren en bagatelliseren, lijkt de overheid eindelijk bereid om de al te opzichtige strevingen van de islam naar een parallelle samenleving een halt toe te roepen. In feite gaf burgemeester Halsema al eerder het startschot toen ze meedeelde dat ze anders dan haar voorgangers niet bereid was om met salafisten aan tafel te gaan zitten. De problemen met Haga lijken het gevolg te zijn van haar beleid om het salafisme een halt toe te roepen. Halsema besloot om de ouders op de gevaren te wijzen en nodigde hen uit voor een hearing. 

Er kwamen zo’n driehonderd mensen op af die niet allemaal in de zaal konden. Daarom besloten de aanwezigen onder leiding van islamist Arnoud van Doorn allemaal maar te vertrekken.
Na de mislukte hearing op dinsdagavond houdt Halsema al de volgende dag een nieuwe hearing. Omdat de ouderraad van Haga had opgeroepen tot een boycot waren er maar weinig mensen. Een tiental vertrok na een korte verklaring te hebben afgelegd. Er is geen enkel bewijs, het is een prima school, de wet geeft ons alle mogelijkheden en de overheid deugt niet, waren de voorspelbare argumenten. Ondertussen proberen ‘gematigde’ zegslieden als El Forkani te redden wat er te redden valt en dringen aan op het terugtreden van het bestuur. De-escalatie om de boel te redden waarvan de overheid zegt dat ze daar geen brood meer in zien. Vanuit de meer extreme hoek wordt de reddingspoging als anti-islam gezien. Ik verwacht dat daar ruime steun voor zal zijn. Als de islam wordt aangevallen moeten moslims in het geweer komen, al is het met een boycot.

De islam is geen kandidaat die aanspraak kan maken op de voorrechten die samenhangen met de vrijheid van godsdienst. Die is ontstaan als gevolg van de godsdienstoorlogen en is in principe gericht op het individu. Die mag geloven wat hij wil, hij mag veranderen van godsdienst en heeft recht op respect voor zijn overtuiging. Die waarden brengt de islam niet mee. Integendeel, als enige ware religie heeft ze in feite geen respect voor andere overtuigingen. Het wordt ontkend door de islam, maar de sharia en koran liegen niet.

Het recht op religieus gebonden onderwijs komt voort uit de godsdienstvrede. Het kon worden toegestaan omdat religies instemden met de scheiding van kerk en staat en zich schikten in een democratisch bestel en de daarmee samenhangende wetgeving. Ze waren daarmee de vrijheid van godsdienst waard. De islam past niet in dat patroon. In principe wil ze de scheiding van kerk en staat opheffen, de democratie afschaffen en de wetgeving vervangen door de sharia.

Tariq Ramadan, schrijver van het handboek voor de islam in Europa: ‘Westerse moslims en de toekomst van de islam’, schrijft voor dat moslims zich dienen in te zetten om in de samenleving waar ze verblijven datgene te veranderen  wat nog niet in overeenstemming is met de islam. Wie daar oog voor heeft kan dat waarnemen. Nagenoeg  dagelijks zijn moslims als bestuursfluisteraars op weg naar afspraken met lokale en landelijke bestuurders, politie, onderwijs en  media om te pleiten voor aanpassingen die in het belang van de islam en van moslims zijn. Het onderscheid tussen gematigden en salafisten daarbij is in feite het verschil in geduld en te volgen strategie. De actieve salafisten kiezen voor de hardere lijn en worden steeds brutaler.

Bij het overgrote deel van de bevolking is het geduld al lang op. De overheid begint in te zien dat er ander beleid nodig is om de ontwikkeling van een parallelle islamitische samenleving tegen te gaan. Het is de vraag of het in ontwikkeling zijnde beleid om de fanatieke islam niet langer te faciliteren, voldoende is.

Er dient een fundamenteler gesprek met de islam plaats te vinden. De kernvraag: is de islam bereid zich aan te passen aan de Europese godsdienstvrede, moet door de islam beantwoord worden. Het uit de weg gaan van die vraag schept voor de islam blijvende gelegenheid om parasitair verder te gaan en integratie tegen te werken. Denemarken en Oostenrijk zijn op dit ogenblik voorbeelden van een meer fundamentele aanpak. In het belang van de bevolking kan Nederland niet achterblijven als ze wil voorkomen dat het van kwaad tot erger wordt.





Geen opmerkingen: