Het gaat er
hard aan toe. Burgemeesters van de grote steden uiten hun bezorgdheid, de
minister van onderwijs doet het, inlichtingendiensten alarmeren en uitgerekend
Asscher liet als leider van de PvdA in de Volkskrant optekenen dat het Haga
Lyceum dicht moet en dat de wet moet worden aangepast. Ondertussen laat de
bevolking zich ook niet onbetuigd en vindt in meerderheid dat de
onderwijsvrijheid maar beter uit de grondwet kan worden gehaald.
Ook de
andere kant laat zich niet onbetuigd. Het bestuur van het Haga Lyceum uitte
zich agressief en brutaal en liet weten, door mij in nette termen samengevat, ‘dat
de overheid hen de kont kon kussen’. Zij krijgen de volle steun van hun
leerlingen en ouders daarvan. Maar ook extreme figuren als imam Fawaz Jneid en
consorten melden zich om hun steun aan het bestuur te betuigen en de overheid
te veroordelen. De hakken gaan in het zand en het bestuur heeft al voor de
vlucht naar voren gekozen met het plan in alle grote steden een lyceum te
openen.
Na decennia
van gedogen, pappen en nathouden, sussen, theedrinken, relativeren en
bagatelliseren, lijkt de overheid eindelijk bereid om de al te opzichtige
strevingen van de islam naar een parallelle samenleving een halt toe te roepen.
In feite gaf burgemeester Halsema al eerder het startschot toen ze meedeelde
dat ze anders dan haar voorgangers niet bereid was om met salafisten aan tafel
te gaan zitten. De problemen met Haga lijken het gevolg te zijn van haar beleid
om het salafisme een halt toe te roepen. Halsema besloot om de ouders op de
gevaren te wijzen en nodigde hen uit voor een hearing.
Er kwamen zo’n
driehonderd mensen op af die niet allemaal in de zaal konden. Daarom besloten
de aanwezigen onder leiding van islamist Arnoud
van Doorn allemaal maar te vertrekken.
Na de
mislukte hearing op dinsdagavond houdt Halsema al de volgende dag een nieuwe
hearing. Omdat de ouderraad van Haga had opgeroepen tot een boycot waren er
maar weinig mensen. Een tiental vertrok na een korte verklaring te hebben
afgelegd. Er is geen enkel bewijs, het is een prima school, de wet geeft ons
alle mogelijkheden en de overheid deugt niet, waren de voorspelbare argumenten.
Ondertussen proberen ‘gematigde’ zegslieden als El Forkani te redden wat er te
redden valt en dringen aan op het terugtreden van het bestuur. De-escalatie om
de boel te redden waarvan de overheid zegt dat ze daar geen brood meer in zien.
Vanuit de meer extreme hoek wordt de reddingspoging als anti-islam gezien. Ik
verwacht dat daar ruime steun voor zal zijn. Als de islam wordt aangevallen
moeten moslims in het geweer komen, al is het met een boycot.
De islam is
geen kandidaat die aanspraak kan maken op de voorrechten die samenhangen met de
vrijheid van godsdienst. Die is ontstaan als gevolg van de godsdienstoorlogen
en is in principe gericht op het individu. Die mag geloven wat hij wil, hij mag
veranderen van godsdienst en heeft recht op respect voor zijn overtuiging. Die
waarden brengt de islam niet mee. Integendeel, als enige ware religie heeft ze
in feite geen respect voor andere overtuigingen. Het wordt ontkend door de
islam, maar de sharia en koran liegen niet.
Het recht op
religieus gebonden onderwijs komt voort uit de godsdienstvrede. Het kon worden
toegestaan omdat religies instemden met de scheiding van kerk en staat en zich
schikten in een democratisch bestel en de daarmee samenhangende wetgeving. Ze
waren daarmee de vrijheid van godsdienst waard. De islam past niet in dat
patroon. In principe wil ze de scheiding van kerk en staat opheffen, de
democratie afschaffen en de wetgeving vervangen door de sharia.
Tariq Ramadan,
schrijver van het handboek voor de islam in Europa: ‘Westerse moslims en de
toekomst van de islam’, schrijft voor dat moslims zich dienen in te zetten om in
de samenleving waar ze verblijven datgene te veranderen wat nog niet in overeenstemming is met de
islam. Wie daar oog voor heeft kan dat waarnemen. Nagenoeg dagelijks zijn moslims als
bestuursfluisteraars op weg naar afspraken met lokale en landelijke
bestuurders, politie, onderwijs en media
om te pleiten voor aanpassingen die in het belang van de islam en van moslims
zijn. Het onderscheid tussen gematigden en salafisten daarbij is in feite het
verschil in geduld en te volgen strategie. De actieve salafisten kiezen voor de
hardere lijn en worden steeds brutaler.
Bij het
overgrote deel van de bevolking is het geduld al lang op. De overheid begint in
te zien dat er ander beleid nodig is om de ontwikkeling van een parallelle
islamitische samenleving tegen te gaan. Het is de vraag of het in ontwikkeling
zijnde beleid om de fanatieke islam niet langer te faciliteren, voldoende is.
Er dient een
fundamenteler gesprek met de islam plaats te vinden. De kernvraag: is de islam
bereid zich aan te passen aan de Europese godsdienstvrede, moet door de islam
beantwoord worden. Het uit de weg gaan van die vraag schept voor de islam
blijvende gelegenheid om parasitair verder te gaan en integratie tegen te
werken. Denemarken en Oostenrijk zijn op dit ogenblik voorbeelden van een meer
fundamentele aanpak. In het belang van de bevolking kan Nederland niet achterblijven
als ze wil voorkomen dat het van kwaad tot erger wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten