maandag 5 december 2016

Mama’s van Halal: “Diversiteit is een feit. Deal with it”

                                                                    
Bij de PvdA geldt de tolerantie voor minderheden niet voor mensen die daar anders over denken

Laat ik maar met de deur in huis vallen. Dat ben ik niet van plan. Ik zal me tegen de Islam verzetten totdat die Europees is. Verder heb ik een grandioze hekel aan hoofddoeken. Dat kun je lang niet overal hardop zeggen. Maar nu de Volkskrant vandaag (5 december 2016) de ‘meiden van halal’ die nu ‘mama’s van halal’ heten, uitvoerig in beeld brengt, is dat voor mij brandstof voor mijn weerzin tegen hoofddoeken. Ik moet ze niet, om het nog maar eens hardop te zeggen.

Een vader van twee knappe moslima’s, moet ze ook niet: “een echte moslim gaat bescheiden en onopvallend door het leven en met een hoofddoek om vestig je juist de aandacht op je. Dat hoort niet”, is zijn mening. Zo zijn er trouwens heel veel meer. Ze zijn op straat niet meer te onderscheiden en zo hoort het wat mij betreft ook. In Nederland geldt de afspraak dat we niet met onze religie te koop lopen. Zo hebben we de religieuze diversiteit verdraagbaar en hanteerbaar gemaakt. ‘De dames van Halal’ gaan in de Volkskrant uit van een heel ander soort diversiteit. Hun standpunt is ‘wij zijn anders’, voor ons moslima’s gelden de afspraken in Nederland niet. “Je hebt ons maar te accepteren”, laten ze in het interview optekenen. Nou, mooi niet, wat mij betreft.

Een aantal decennia geleden was de hoofddoek in islamitische landen nagenoeg verdwenen. 
Vooral jonge vrouwen droegen ze niet meer. Het tij keerde echter. Onder invloed van de Moslimbroeders en Iraanse Ayatholla’s, kreeg de islamitische identiteit weer nadruk. Nobelprijswinnaar V.S. Naipaul documenteerde in zijn boek “Among The Believers”(1981), de opkomst van die identiteit. Vooral jongeren die de stand van zaken in hun land vanwege corruptie en tribalisme niet meer konden verkroppen, zagen de oplossing in islamisering. Het werd de slogan van de Moslimbroeders: ‘Islam is de oplossing’. En zo werd een nieuwe utopie geboren. IS is haar meest consequente vorm.

De ‘geboorte’ van de hoofddoek staat in de koran beschreven. In mijn interpretatie werd Mohammed, vrouwenliefhebber en eigenaar van een harem met bloedmooie vrouwen, de onbescheiden blikken van andere mannen zat en verordonneerde zijn vrouwen om zich decenter te kleden. De Korantekst inspireerde me ooit tot een blog met de titel: ‘Hoofdoekjes van jaloezie’. Moslimgeleerden die uitgingen van de hitsige natuur van mannen, maakten er van dat vrouwen zich zodanig dienden te kleden dat mannen er niet hitsig van werden. Fanatici bouwden dat uit tot de boerka en verboden ook een zichtbare blote enkel. Een van de resultaten van dat beleid zien we terug bij vluchtelingen. Een niet decent geklede vrouw is voor hen een hoer die besprongen mag worden.

In het interview geven de ‘mama’s van halal’ toe dat toen ze nog ‘meiden van halal’ waren, hun grote bek niet werd geschraagd door kennis, inzicht en levenservaring. Af en toe riepen ze maar wat. “En als je zo jong bent, denk je nog echt dat je de waarheid in pacht hebt” en “Ik heb vooral spijt van de manier waarop we de discussie voerden. We luisterden niet”. Volgens mij denken ze dat nog steeds dat ze de waarheid in pacht hebben en luisteren ze nog steeds niet. De groeiende weerstand tegen de islam, is aan hen niet besteed. Ze varen mee op de golven die werden veroorzaakt door de opvatting van het establishment dat de Nederlandse identiteit niet bestaat en minderheden wel recht hadden op hun eigen identiteit. De halaldames verwoorden dat zo: “We zijn niet de enigen: je ziet dat die bewustwording onder minderheden steeds sterker wordt – dat je trots mag zijn op je roots, dat je best een ander geloof mag aanhangen en dat je niet hoeft te assimileren.” Het is in feite dezelfde mantra als de voorlieden van DENK roepen: “Wen er maar aan”.

De Nederlandse tolerantie voor verschillen in religieuze opvattingen, houdt wat mij betreft halt bij de islam en haar publieke manifestaties. Iedere keer als ik een hoofddoekje zie bekruipt me een gevoel van weerstand. Als korankenner denk ik dan: als je een hoofddoek draagt omdat de koran dat volgens jou voorschrijft, hoe zit dat dan met al die andere voorschriften uit de koran waar ik de rillingen van krijg. Om maar een min of meer onschuldig voorschrift te noemen: een moslim mag niet bevriend zijn met andersgelovigen en moet zijn relaties met andersgelovigen tot het zakelijke beperken. Maar daar zal  je de hoofdoekdragende ‘Mama’s’ nooit over horen. De islam is vrede, is hun mantra. Het is een leugen, want je zal maar van de PVV zijn of islamcriticus. Dan geldt de vrede even niet. Wie de islam aanvalt mag gedood worden, staat er in de koran. De voorbeelden kennen we allemaal. Het hoofddoekje als publiek symbool van de islam is voor mij een symbool van agressie en intimidatie.

Ook Nederland is een leugen aan het worden. Om de minderheden te accepteren wordt beroep gedaan op de oer-Hollandse tolerantie. Maar die geldt even niet voor iedereen die er wat anders over denkt. Dan wordt je overdekt met scheldwoorden en moslims doen daar hard aan mee.


nb. Ik heb internet afgestruind voor een plaatje van Pechtold met de meiden van halal. Niet te vinden en dat lijkt me geen toeval. Wat hij preekt, lijkt niet te mogen worden vereeuwigd, want in de bubbel van het establishment zijn ze ver weg.


1 opmerking:

X zei

Vrijheid van religie..
(Wat dat dan ook mag inhouden..)