dinsdag 26 maart 2019

Voor Nederland zijn er genoeg redenen om uit het CO2-Akkoord van Parijs te stappen

Maar een plan B is beter


In het Akkoord van Parijs (2015) is opgenomen dat de landen die het akkoord ondertekend hebben in 2030 hun CO2-uitstoot met veertig procent terugdringen ten opzichte van hun uitstoot in 1990. Gebleken is dat dit voor Nederland een enorme opgave is die veel discussie veroorzaakt. In deze discussie richt ik me op een heel andere kwestie dan de vraag of en door wat of wie de aarde opwarmt.

Wat weinigen zich realiseren is dat de peildatum van 1990 voor de verschillende landen enorme verschillen opleveren. In 1990 stookte men in Polen bijvoorbeeld voornamelijk met kolen en stookolie. Wie in het stookseizoen wel eens in Polen is geweest kent de penetrante geur die over dorpen en steden hing. Sindsdien zijn met behulp van Europese subsidies de ergst vervuilende industrieën (regio Katowice) aangepakt en gaan de huishoudens geleidelijk over op gas. Polen heeft op die manier veel laaghangend fruit om de doelstelling van 2030 te halen en hoeft geen ingrijpende maatregelen te treffen voor die doelstelling zoals Nederland. Als Polen zijn doelstelling gehaald heeft zou je kunnen stellen dat het dan het peil bereikt heeft dat Nederland al in 1990 had.

Het voorbeeld van Polen geeft aan dat bij het Akkoord van Parijs de deelnemende landen zeer verschillende startposities hadden. Nederland heeft de pech dat het in 1990 al redelijk schoon was. In de pleidooien en beleidsnota’s is de nadelige voorsprong van Nederland niet aan de orde gekomen. Het had tot wat relativering kunnen leiden. In plaats daarvan kregen klimaatradicalen als Samsom, Nijpels, Jetten en Klaver alle gelegenheid om hun vergaande plannen voor het voetlicht te brengen en tot inzet van de verkiezingen te maken.

Als Nederland zijn klimaatdoelstellingen wil halen is er inderdaad geen andere keuze dan kolencentrales sluiten, gasloos te worden en op elektrische auto’s over te gaan. De relatieve voorsprong blijkt een ernstig nadeel op te leveren. Bij het Akkoord van Parijs wordt node een inlegvelletje van Rutte gemist waarin bepaald wordt dat landen met een relatieve voorsprong kunnen volstaan met een lagere doelstelling. Nederland kan ook nog, zoals Amerika uit het akkoord stappen omdat het voor Nederland zware lasten oplegt.

Voor de groeiende onrust onder de bevolking is door de VVD en het CDA begrip getoond. Dat levert niet veel op. Beide partijen zijn gehouden het klimaatakkoord uit te voeren omdat het op initiatief van Jetten en Klaver in het coalitieprogramma is opgenomen. Ze hebben het uitgeruild om hun eigen wensen in het coalitieakkoord te krijgen. Op die manier is een beleid waarvoor weinig draagkracht aanwezig is toch regeringsbeleid geworden.

Bij het D’66 van Jetten speelt het vrij worden van islamitische olie en Russisch gas een rol. Er is dus ook sprake van geopolitiek beleid. Dat kan ook worden teruggezien bij Amerika dat inmiddels zelfvoorzienend en zelfs exporteur is geworden van aardolie en gas. Het is ook te zien bij de Scandinavische landen die nagenoeg zelfvoorzienend zijn geworden.  Dit soort overwegingen spelen zeker mee in het Nederlands beleid, zeker nu de winning van eigen gasvoorraden moet worden opgegeven. Het zijn echter geen overwegingen die zouden moeten leiden tot een alarmistische aanpak. In de geopolitieke wereld zijn voornemens al een heel krachtig signaal.

Het op de terugdringing van CO2 gebaseerde beleid kan worden verlaten. Het kan vervangen worden door een duurzaamheidsbeleid dat wel geleidelijkheid, innovatie en haalbaarheid als basis heeft. Daarover zouden links en rechts overeenstemming moeten moeten kunnen vinden met een plan B dat het huidige klimaatakkoord  vervangt.. 



maandag 25 maart 2019

De verkiezingswinst van FvD maakt de polarisatie weer zichtbaarder



Voor de verkiezingsdag plakte links al een schietschijf op de ruggen van Baudet, Wilders en Wierd Duk (Telegraaf) omdat zij de grootste vijanden van de democratie zouden zijn. Na de verkiezingswinst van FvD werd alleen Baudet nog als de grootste vijand van de democratie gehekeld. Na de verkiezingsdag maakten de media hun imago waar als beïnvloedingscentra van links Nederland. In de Volkskrant waren het de meest misselijk makende columns van Wagendorp en Ten Broeke die de toon bepaalden. Baudet geeft het fascisme van de jaren dertig weer glans. Op zaterdag 23 maart trok links door Amsterdam met de leuze dat hij eigenlijk zou moeten worden doodgeschoten. Het lelijke gezicht van links wordt altijd zichtbaar als ze zich bedreigd voelt.

Een goede (linkse) vriend verbaasde zich over de uitslag van de verkiezingen. ‘We hebben toch een centrum-rechts kabinet, wat willen ze nou eigenlijk’. Dat links met steun van de media het kabinet al een paar keer heeft laten buigen (kinderpardon, klimaatakkoord) maakt de macht van links duidelijk. Het kinderpardon werd afgedwongen door linkse welzijnswerkers linkse asieladvocaten die hun netwerken bij de media aanspraken om steun te verkrijgen. Bij de grootverdieners Van Nieuwkerk en Pauw waren ze aan het goede adres en het bleef niet bij die twee. Coalitiepartijen raakten verscheurd, hun linkse vleugels eisten een herziening van het coalitieakkoord en kregen dat. Tegen emotie is geen rede bestand.

Wie de Tweede Kamerprognose van 24 maart beziet, kan concluderen dat het linkse offensief de opmars van FvD niet stopt. Er ligt zelfs een groot potentieel voor ‘Nieuw Rechts’ als de FvD haar verstand er bij houdt. De parlementaire geschiedenis laat zien dat de zogenaamde middenpartijen, daar reken ik ook de VVD bij, moeite hebben om hun linker- en rechtervleugel bij elkaar te houden. Zowel aan links als rechts verliezen ze aanhang waarvan FvD en GroenLinks het meest profiteren.

FvD kreeg zijn grootste aanhang in het Westland en Volendam. Plaatsen met een cultuur waar hard werken de norm is en waar de bestedingen van het door hen opgebrachte belastinggeld met gezonde argwaan wordt bekeken. Eerder was de PVV hun favoriet maar in beide plaatsen werden de eerdere scores voor die partij royaal gepasseerd voor een massale keuze voor FvD. Volendam zie ik als een typische trendsetter. Als de verkiezingsuitslagen van die gemeentekern los worden gezien van de kernen Zeevang en Edam, komt de score in Volendam boven de vijftig procent van de kiezers.

Met zijn intellectuele kern en massale aanhang van de hard werkende Nederlanders kan FvD een partij worden die klassen verbindt met een gedeelde toekomstvisie. GroenLinks kan de andere kernpartij worden. Zal het zo gaan? Niet als het aan de linkse media, linkse NGO’s en linkse universiteiten ligt. Die informele macht heeft een te groot belang om zo maar op te geven. De agressieve en vaak walgelijke reactie op de winst van FvD is daar het bewijs van.

FvD als partij van ‘NieuwRechts’ heeft de wind mee. In de Westerse wereld is men de spilzucht en oeverloze solidariteit van links met alles wat zich als slachtoffer aandient in toenemende mate beu. De agressieve reactie van links zal de twijfelaars bij de middenpartijen tot duidelijker keuzes dwingen.  







dinsdag 19 maart 2019

Leo Lucassen prikt een schietschijf op de ruggen van Wilders, Bosma en Baudet


In de Volkskrant van vandaag prikte historicus Leo Lucassen een schietschijf op de ruggen van Wilders, Bosma en Baudet. Lucassen draagt als leider van het Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis intellectuele een zekere maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de interpretatie van gebeurtenissen.
Lucassen zegt niet te geloven dat Wilders en Baudet medeschuldig zijn aan de aanslag op de moskeeën in Christchurch, …
… maarrrrr …
”Dat doet niets af aan het feit dat geradicaliseerde terroristen zich laten inspireren door onbewezen complotideeën en allerhande hoaxen, die deze politici -en vele anderen- voortdurend de wereld in helpen. Ik zou niet weten waarom je hen daar niet op zou mogen aanspreken en vragen zich te bezinnen”.
Lucassen benoemt ook – zij het kort- het extremisme van de islam. Maar dat is toch anders in zijn ogen omdat bij aanslagen door islamitische terroristen alle moslims als potentiële verdachten worden gebrandmerkt. Niemand zal het echter in zijn hoofd halen om alle ‘blanken’ of alle westerlingen voor daden van bijvoorbeeld Breivik of Tarrant verantwoordelijk te stellen. In deze redenering maakt Lucassen twee fouten.
Lucassen kiest voor de terminologie ‘alle moslims’. Zowel Baudet als Wilders gebruiken dat soort terminologie niet, maar verwijzen uitdrukkelijk naar de fundamentalistische islam. Dat niemand alle ‘blanken’ of westerlingen verantwoordelijk houdt voor daden als die van Breivik of Tarrant, klopt ook al niet. Erdogan noemde de aanslag in Christchurch de schuld van het fascistoïde, islamofobe en racistische Westen. We mogen aannemen dat in de islamitische wereld er velen zo denken.
Lucassen maakt meer fouten. Hij zet de schijnwerpers op Wilders, Bosma en Baudet. Het zijn de enige namen die hij noemt. Hij had moslimextremisten als Fawaz Jneid of Arnoud van Doorn kunnen noemen. Maar dat zijn geen politici al hebben ze veel invloed. In plaats daarvan had hij de jongens van DENK kunnen noemen die de hoax in omloop brachten dat artsen minder hun best doen voor islamitische patiënten. Een nogal giftige hoax. Nergens stelt Lucassen dat je dat soort figuren ook dient aan te spreken en te vragen zich te bezinnen. De nauwkeurige lezer zal wel meer redeneerfouten en ongerijmdheden in het artikel kunnen vinden.
Als historicus is Lucassen een erg zichtbare mislukking. Hij gooit alle soorten extremisme op één hoop. Dat de islam zich al bijna 1400 jaar bedient van geweld in allerlei soorten, moffelt hij weg. Toch zit daar het feitelijke probleem. De wijdverbreide afschuw voor de islam heeft daar alles mee te maken en heeft ook alles te maken met het verzet tegen de islam.
De Australische senator Fraser Anning raakte omstreden nadat hij de aanslag in Christchurch weet aan de immigratie van gewelddadige moslims. Bijna goed. Hij had beter kunnen zeggen dat het ligt aan de lakse en naïeve houding van westerse overheden in de omgang met de fundamentalistische islam. Dan kun je ook figuren als Breivik en Tarrant wanhopigen noemen die alle grenzen overschrijden om uiting te geven aan hun extreme wanhoop.
In een ander artikel dat wel op de internetsite maar niet in de papieren Volkskrant verscheen, gaf Lucassen hoog op van de toenemende onderwijsparticipatie en arbeidsparticipatie van allochtonen. Dat die toenemende participatie niet gelijk op gaat met integratie, ontgaat hem kennelijk. Het ontgaat hem kennelijk ook dat Tariq Ramadan in zijn ‘Westerse moslims en de toekomst van de islam’ oproept tot participatie zonder integratie. Dat denkbeeld is ook terug te vinden bij DENK dat zich tegen beleid tot integratie keert.
Opvattingen als die van Lucassen zijn de naïviteit voorbij. In zijn voortdurend hameren op het feit dat Nederland een immigratieland is en dat we daar geen nadelen van hebben ondervonden, miskent hij het grote verschil tussen moslims en anderen als immigranten. Ruud Koopmans heeft in zijn pas verschenen boek laten zien dat de meeste moslims niet zullen integreren en dat dit nergens ter wereld is gebeurd. Zulke boeken lijkt Lucassen niet te lezen zodat hij onbekommerd zijn fabel over migratie kan blijven verspreiden. Zijn extreme gedachtegoed lijkt afkomstig uit de extreem-linkse hoek van waaruit het Westen voor alle narigheid in de wereld verantwoordelijk wordt gesteld. Alsof, wanneer we milder over de islam zouden denken, het islamitisch geweld vanzelf zou afnemen.
Kritiek op en geweld tegen de islam wordt in de eerste plaats veroorzaakt door de islam zelf. Die volgorde moeten we goed in gedachte houden.

donderdag 14 maart 2019

Komt er met Haga als splijtzwam een botsing tussen Nederland en de islam?



Het gaat er hard aan toe. Burgemeesters van de grote steden uiten hun bezorgdheid, de minister van onderwijs doet het, inlichtingendiensten alarmeren en uitgerekend Asscher liet als leider van de PvdA in de Volkskrant optekenen dat het Haga Lyceum dicht moet en dat de wet moet worden aangepast. Ondertussen laat de bevolking zich ook niet onbetuigd en vindt in meerderheid dat de onderwijsvrijheid maar beter uit de grondwet kan worden gehaald.

Ook de andere kant laat zich niet onbetuigd. Het bestuur van het Haga Lyceum uitte zich agressief en brutaal en liet weten, door mij in nette termen samengevat, ‘dat de overheid hen de kont kon kussen’. Zij krijgen de volle steun van hun leerlingen en ouders daarvan. Maar ook extreme figuren als imam Fawaz Jneid en consorten melden zich om hun steun aan het bestuur te betuigen en de overheid te veroordelen. De hakken gaan in het zand en het bestuur heeft al voor de vlucht naar voren gekozen met het plan in alle grote steden een lyceum te openen.

Na decennia van gedogen, pappen en nathouden, sussen, theedrinken, relativeren en bagatelliseren, lijkt de overheid eindelijk bereid om de al te opzichtige strevingen van de islam naar een parallelle samenleving een halt toe te roepen. In feite gaf burgemeester Halsema al eerder het startschot toen ze meedeelde dat ze anders dan haar voorgangers niet bereid was om met salafisten aan tafel te gaan zitten. De problemen met Haga lijken het gevolg te zijn van haar beleid om het salafisme een halt toe te roepen. Halsema besloot om de ouders op de gevaren te wijzen en nodigde hen uit voor een hearing. 

Er kwamen zo’n driehonderd mensen op af die niet allemaal in de zaal konden. Daarom besloten de aanwezigen onder leiding van islamist Arnoud van Doorn allemaal maar te vertrekken.
Na de mislukte hearing op dinsdagavond houdt Halsema al de volgende dag een nieuwe hearing. Omdat de ouderraad van Haga had opgeroepen tot een boycot waren er maar weinig mensen. Een tiental vertrok na een korte verklaring te hebben afgelegd. Er is geen enkel bewijs, het is een prima school, de wet geeft ons alle mogelijkheden en de overheid deugt niet, waren de voorspelbare argumenten. Ondertussen proberen ‘gematigde’ zegslieden als El Forkani te redden wat er te redden valt en dringen aan op het terugtreden van het bestuur. De-escalatie om de boel te redden waarvan de overheid zegt dat ze daar geen brood meer in zien. Vanuit de meer extreme hoek wordt de reddingspoging als anti-islam gezien. Ik verwacht dat daar ruime steun voor zal zijn. Als de islam wordt aangevallen moeten moslims in het geweer komen, al is het met een boycot.

De islam is geen kandidaat die aanspraak kan maken op de voorrechten die samenhangen met de vrijheid van godsdienst. Die is ontstaan als gevolg van de godsdienstoorlogen en is in principe gericht op het individu. Die mag geloven wat hij wil, hij mag veranderen van godsdienst en heeft recht op respect voor zijn overtuiging. Die waarden brengt de islam niet mee. Integendeel, als enige ware religie heeft ze in feite geen respect voor andere overtuigingen. Het wordt ontkend door de islam, maar de sharia en koran liegen niet.

Het recht op religieus gebonden onderwijs komt voort uit de godsdienstvrede. Het kon worden toegestaan omdat religies instemden met de scheiding van kerk en staat en zich schikten in een democratisch bestel en de daarmee samenhangende wetgeving. Ze waren daarmee de vrijheid van godsdienst waard. De islam past niet in dat patroon. In principe wil ze de scheiding van kerk en staat opheffen, de democratie afschaffen en de wetgeving vervangen door de sharia.

Tariq Ramadan, schrijver van het handboek voor de islam in Europa: ‘Westerse moslims en de toekomst van de islam’, schrijft voor dat moslims zich dienen in te zetten om in de samenleving waar ze verblijven datgene te veranderen  wat nog niet in overeenstemming is met de islam. Wie daar oog voor heeft kan dat waarnemen. Nagenoeg  dagelijks zijn moslims als bestuursfluisteraars op weg naar afspraken met lokale en landelijke bestuurders, politie, onderwijs en  media om te pleiten voor aanpassingen die in het belang van de islam en van moslims zijn. Het onderscheid tussen gematigden en salafisten daarbij is in feite het verschil in geduld en te volgen strategie. De actieve salafisten kiezen voor de hardere lijn en worden steeds brutaler.

Bij het overgrote deel van de bevolking is het geduld al lang op. De overheid begint in te zien dat er ander beleid nodig is om de ontwikkeling van een parallelle islamitische samenleving tegen te gaan. Het is de vraag of het in ontwikkeling zijnde beleid om de fanatieke islam niet langer te faciliteren, voldoende is.

Er dient een fundamenteler gesprek met de islam plaats te vinden. De kernvraag: is de islam bereid zich aan te passen aan de Europese godsdienstvrede, moet door de islam beantwoord worden. Het uit de weg gaan van die vraag schept voor de islam blijvende gelegenheid om parasitair verder te gaan en integratie tegen te werken. Denemarken en Oostenrijk zijn op dit ogenblik voorbeelden van een meer fundamentele aanpak. In het belang van de bevolking kan Nederland niet achterblijven als ze wil voorkomen dat het van kwaad tot erger wordt.





dinsdag 12 maart 2019

Het wordt tijd dat Syrische vluchtelingen teruggaan.


                                                                        


Dit blog is geschreven uit boosheid. Voor een deel van de ongeveer  zestigduizend Syriërs in Nederland breekt over een aantal maanden de vraag aan of de tijdelijke verblijfsvergunning na vijf jaar moet worden omgezet in een permanent verblijfsvergunning. Het nieuws- en opinieprogramma ‘Één Vandaag’ is zich gaan inzetten voor een permanente verblijfsvergunning. Ze wijdde daar een heel programma aan waaraan werd aangetoond dat nul procent van de Syriërs terug wil. De bevindingen werden onderstreept door enkele emotionele getuigenissen van Syriërs die moord, verkrachting en gevangenis verwachten als ze terug moeten.

Op 11 maart 2019 werd het onderwerp herhaald, met name met de emotionele getuigenissen, en mocht Wilders daar commentaar opgeven. Ze moeten hoe dan ook terug was zijn stelling en hij verwees onder meer naar het door de VN erkende aantal van enkele honderdduizenden Syriërs die inmiddels terug zijn gegaan. Door de presentatrice Jojanneke van den Berge werd hij heftig tegengesproken en min of meer verweten geen hart te hebben.

Bij zulke uitzendingen word ik altijd heel wantrouwig. Zou ‘Een Vandaag’ zo maar uit zichzelf hebben besloten om uitzendingen aan dit onderwerp te wijden of zijn er lobbygroepen die haar daartoe hebben aangezet? Ik vermoed dat het laatste het geval is. Syriërs hebben ongetwijfeld her en der hun bezorgdheid geuit voor een mogelijk intrekken van de tijdelijke verblijfsvergunning. In de uitzending van 11 maart bracht een oudere vluchtelinge het als volgt onder woorden. ‘Wie mij terugzend, zal medeschuldig zijn aan mijn dood’.

De komende maanden zal het onderwerp vaker terugkeren in nieuws- en praatprogramma’s. Die zullen de bevolking en overheid met emotionele overredingskracht pleiten voor permanente verblijfsvergunningen, zodat de Syriërs hier kunnen blijven. Politici doen er goed aan om zich daartegen alvast te bewapenen.

Het leven voor terugkeerders naar Syrië zal over het algemeen zwaar zijn. Daar hoeft niemand aan te twijfelen. Met het oog daarop is het voor Syriërs zwaar hun comfortabel leven in het goed georganiseerde Nederland op te geven. Ook dat snapt iedereen. Maar het moet en het kan. Van de grote stad Damascus is bijvoorbeeld maar zo’n tien procent aangetast. Het omvangrijke platteland van Syrië is nauwelijks aangetast. Syrië zelf vraagt ook om terugkeer.

In de wereld leven onnoemlijk veel mensen in sociale en economische omstandigheden waarmee we beslist niet willen ruilen. Half Afrika bijvoorbeeld, half het Midden-Oosten ook. Dat betekent echter niet dat ze hier welkom zijn. De Syriërs waren dat ook niet helemaal. Maar ze kwamen. Opvallend was dat de keuze voor hun land van vestiging niet de minder bedeelde Europese landen betrof. Ze zochten de landen met de beste voorzieningen uit. Dat konden ze ook omdat ze voldoende geld en relaties hadden om hier terecht te kunnen komen. Miljoenen van hun landgenoten zitten in vluchtelingenkampen waar ieder comfort ontbreekt. Dat zijn de vluchtelingen die onvoldoende middelen en relaties hadden.

Syriërs moeten om principiële redenen worden teruggestuurd. Barre omstandigheden in hun land van herkomst vormen geen reden om ze een permanente verblijfsvergunning te geven. Er leven nog zo’n tien miljoen mensen in Syrië. Die hebben ook te maken met barre omstandigheden en redden het. Er leven een paar miljoen in vluchtelingenkampen en die redden het ook Een mens kan veel aan als hij dat wil.

Het terugsturen dient ook een signaal te zijn. We zijn niet gesteld op vluchtelingen die hier comfort zoeken, niet uit Syrië en niet van elders. Asiel moet weer bestemd worden voor degenen die het echt nodig hebben en waarvoor er geen andere mogelijkheden bestaan.

De komende maanden zullen de grondwet, de barmhartigheid, het vluchtelingenverdrag, de mensenrechten en de zieligheid van Syrische vluchtelingen weer uit de kast worden gehaald om ze met de hulp van de media weer in aanmerking te laten komen voor een permanente  verblijfsvergunning. De mooiste meisjes en parmantige goed Nederlands sprekende jongetjes zullen in programma’s langskomen om te vertellen dat ze hier wel en daar geen leven hebben en bovendien al zijn geworteld. Als permanente vergunningen worden afgewezen zullen de Syriërs massaal in bezwaar gaan en hun verblijf hier zo lang mogelijk proberen te rekken dat terugkeer niet meer mogelijk is vanwege al die gewortelde kinderen. Ze weten dat het werkt. Er is met behulp van de media immers een kinderpardon uit voortgekomen dat automatisch ook de ouders hier een verblijfsvergunning geeft. In feite geven deze Syriërs vanuit hun comfortabele positie een tergend teken (wij zitten goed) aan al degenen die zich inmiddels inzetten voor de wederopbouw.

Eigenlijk zou er een Europese aanpak moeten komen voor het probleem. Duitsland, België, de Scandinavische landen en Nederland herbergen allemaal veel Syrische vluchtelingen. Europa zou met Syrië moeten overeenkomen dat ze veilig kunnen terugkeren en recht hebben op hulp. En dat is ook nog eens een hulp aan de wederopbouw van Syrië.

Stuur ze terug!