donderdag 28 juni 2018

Nederturken zitten vast in de migratieval



Ongeveer driekwart van de in Nederland verblijvende Turken die stemde, stemde voor de voortzetting en versterking van het presidentschap van Erdogan. Dat is royaal meer dan het percentage van de inwoners van Turkije die voor Erdogan stemden.

De meeste Turken in Nederland hebben een Nederlands paspoort. Uitgaande van de sterke aanhang voor Erdogan en de feestvreugde over zijn verkiezing in een aantal Nederlandse steden dient de  conclusie te zijn dat ze het Nederlanderschap overwegend op slechts pragmatische gronden hebben aangevraagd. Het zijn geen Nederlanders en ze zijn ook niet van plan het te worden. Bevreemdend is dat niet. Turkije stelt alles in het werk om ze islamitisch en Turks te houden. Turkije sluit ze op in een mentale kooi

In 1963 werd door de toen nog kleine EU een associatieverdrag gesloten waarin werd vastgelegd dat de in de EU-landen wonende Turken geen verplichting tot inburgering kon worden opgelegd. In 1963 leek dat geen zwaarwegend probleem. Enkele jaren later zouden de eerste Turkse gastarbeiders in Nederland aankomen. Aan inburgering dacht nog niemand, ze zouden toch terug gaan. Die aanname werd doorkruist toen in 1975 onder druk van de olielanden tijdens de oliecrisis Nederland zich verplichtte om gezinshereniging toe te staan. De gezinshereniging kwam er en kreeg een vervolg in de ketenmigratie. Het beperkte aantal Turken groeide als gevolg van de gezinshereniging en ketenmigratie tot ongeveer 400.000 nu. Inburgering kan niet verplicht worden. Met een verwijzing naar het associatieverdrag hebben Turken daarover rechtszaken aangespannen en gewonnen.

Turkije wenst ook niet dat elders verblijvende Turken integreren. Erdogan ziet dat als strijdig met de mensenrechten en de Turkse partij DENK, vertegenwoordigd in het Nederlandse parlement, hanteert hetzelfde uitgangspunt. Het wordt in Turkse moskeeën verkondigd en door Turkse woordvoerders en belangenbehartigers bij de landelijke en lokale overheden bepleit en verdedigd. Diversiteit is goed, want zo leren we van elkaar’, is het credo. Dat getuigt van het nodige opportunisme want het Turkse beleid en de Turkse cultuur keert zich tegen diversiteit. In Turkije worden de Koerdische Turken verturkst en politiek tegen gewerkt. De Turkse regering zet regelmatig het leger in om de Koerdische protesten te onderdrukken. Turkse alevieten worden geminacht omdat ze eigenlijk niet van de echte islam zijn.

Nu Turkije bezig is verder te islamiseren en gekozen heeft voor een autocratisch leiderschap is de tijd aangebroken om de hoop op een toetreding van een democratisch Turkije tot de EU te laten varen en het associatieverdrag uit 1963 op te zeggen. Daarbij zit wel een addertje onder het gras. Turkije chanteert de EU. De afspraak dat Turkije vluchtelingen tegenhoudt die de reis naar Europa willen maken, wordt door Turkije regelmatig in het vizier gebracht met de boodschap dat ze dat verdrag ieder moment kunnen opzeggen. Tot nu toe is het bij dreigementen gebleven. Met het opzeggen van het associatieverdrag kan dan ook beter worden gewacht tot Europa betere voorzieningen heeft getroffen om de vloed van migranten te dempen.

De zorg van Turkije voor de Turkse en islamitische identiteit in de over Europa verspreide diaspora en haar verzet tegen integratie, is in feite een vijandige houding ten opzichte van de Europese landen met een aanzienlijke vertegenwoordiging van Turken. Europese landen gedogen dat inwoners die een paspoort is verstrekt kunnen worden opgeroepen voor Turkse krijgsdienst en gedogen dat Turken massaal deelnemen aan verkiezingen in Turkije. Het Nederlandse en Europese beleid in dit verband is gebaseerd op het accepteren van het kennelijk onvermijdelijke. Die situatie is echter toe aan herziening.

Veel Turken met een Nederlands paspoort zijn in feite schijn-Nederlanders. Velen van hen zouden wel terug willen en verkondigen dat ook regelmatig. Ze zitten echter in een migratieval. Terugkeren betekent immers terugkeren naar een land waar de voorzieningen aanzienlijk slechter zijn en dat houdt ze tegen. Het kunnen profiteren van uitstekende voorzieningen houdt ze hier. Het is een opportunistische houding. Eigenlijk willen ze hier niet leven maar de uitstekende voorzieningen houden hen vast.

Nederland en West-Europa ervaren twee problemen. Het anti-integratiebeleid van de Turkse overheid en de opportunistische houding van de aanwezige Turkse bevolking. Beide zijn niet acceptabel. Beide zijn wel op te lossen. Dat vergt hard en consequent beleid. Het opzeggen van het associatieverdrag is een begin. Het niet meer accepteren van dubbele  paspoorten is een volgende stap. Nederlanders kunnen geen tweede paspoort hebben, waarom anderen dan wel? Voor Turken die hun Turks paspoort willen behouden zou er maar één keuze mogen zijn. Ga terug!



donderdag 14 juni 2018

Handleiding ‘islamisering’ gewoon als boek te koop



Westerse moslims en de toekomst van de islam’ werd geschreven door Tariq Ramadan. Het staat vast niet in de boekenkast van integratieoptimist Leo Lucassen, maar is nog overal te koop. Met verwijzing naar de migratiegeschiedenis van Nederland, blijft Lucassen maar beweren dat moslims uiteindelijk ook zullen integreren. De geschiedenis lijkt hem gelijk te geven. Een groot deel van de Volendamse bevolking stamt bijvoorbeeld af van Duitsers en joden. Ze zijn opgegaan in de stevige Volendamse cultuur waar het hebben van een uitkering sterk veroordeeld wordt.

De handleiding voor moslims gaat over de islamisering van hun omgeving en keert zich resoluut tegen iedere vorm van integratie. Als Lucassen het zou hebben gelezen, zou hij minder optimistisch kunnen zijn. Als hij zijn blik over de grens zou richten, zou hij pessimistisch moeten worden over de integratie. Nagenoeg overal ter wereld waar moslims zich hebben gevestigd hanteren ze het eeuwenoude recept van islamisering en zijn daar succesvol in.

Tariq Ramadan, berucht en beroemd is nauw verwant aan de moslimbroederschap, hoewel hij die verwantschap in alle toonaarden blijft ontkennen. Vaardig liegen en 'double speak' is echter een kunst die voor Ramadan een tweede natuur is. In een in Engeland uitgegeven handleiding raadt hij moslimactivisten aan om termen te gebruiken die in de Europese cultuur een grote waarde hebben. ‘Spreek over recht en rechtvaardigheid, als je de sharia bedoelt’. En zo zijn er meer voorbeelden te geven van het verbergen van islamitische doelstellingen achter goed klinkende termen waarmee de niet islamitische samenleving misleid kan worden. De Franse onderzoeksjournaliste
Caroline Fourest heeft haar leven nagenoeg gewijd aan de ontmaskering van Tariq Ramadan als islamfundamentalist en betrapt hem voortdurend op leugens. Ramadan is in Frankrijk alleen onder moslims populair. In Nederland is Anja Meulenbelt (godbetert) een fan van hem. Het heeft even geduurd tot men hem in Nederland ook door had. Even was hij integratieadviseur van de gemeente Rotterdam en hoogleraar aan de Erasmusuniversiteit. Als integratieadviseur vond hij dat de vrijheid van meningsuiting in Nederland te ver ging. Hij werd ontslagen en protesteerde daar tegen.

In het boek van Ramadan ‘Westerse moslims en de toekomst van de islam’, is het recept te vinden van hoe de islam overal ter wereld naar dominantie streeft. Hij adviseert niet te integreren, maar hooguit economisch te participeren. Nog beter zou hij het vinden om een eigen onderlinge economie voor moslims na te streven. Het eerste deel van het recept is dus isolatie. Het tweede deel van het recept betreft de islamisering zelf. Accepteer alles wat al past binnen de leer van de islam, adviseert hij, en probeer te veranderen wat daar niet in past. Neem deel aan oecumenische gesprekken, maar gebruik die vooral om het eigen standpunt te verduidelijken. Wederzijdsheid is alleen van toepassing binnen de islamitische gemeenschap. Ramadan is geen voorstander van islamitisch onderwijs. Lijkt positief, maar de bedoeling is dat moslimse leerlingen en hun ouders op andere scholen islamiserende invloed kunnen uitoefenen. Pas aan het einde van zijn boek komt het uiteindelijke doel naar boven: de vernietiging van de op kapitalisme gebaseerde Westerse cultuur.

In zijn boek hekelt hij de gematigde moslims. Zo gaat hij bijvoorbeeld te keer tegen moslims die rente betalen (voor leningen of hypotheken) en tegen imams die dat met fatwa’s rechtvaardigen. Tegenwoordig kunnen moslims als ze dat willen  halal-leningen krijgen en wordt dat gepropageerd.
Het boek van Ramadan is van groot belang om te kennen en te begrijpen. De goede lezer herkent de manifestatie van de islam aan de hand van de adviezen uit zijn boek. Hij zal herkennen dat overal waar moslims zijn, de activisten als bestuursfluisteraars lokale en landelijke bestuurders proberen te beïnvloeden. Het gaat om het beschermen van de eigen groep, het verkrijgen van voorzieningen en subsidies, het beïnvloeden van het beleid, het zich keren tegen islamofobie, het verkrijgen van posities binnen de Nederlandse samenleving onder het mom van bestrijding van discriminatie, enzovoorts, enzovoorts. Ook internationaal steunen islamitische landen de boodschap van Ramadan en wordt Europa door hen onder druk gezet om de islam positief in beeld te brengen.

Het moslimactivisme uit zich ook in de politiek. Terwijl activisten besturen, instituties en dergelijke benaderen om een betere positie voor de islam en moslims te verkrijgen, zijn het de landelijke en lokale moslimse politici die proberen dat omgezet te krijgen in beleid. Ahmed Marcough is daar het
opvallendste voorbeeld van en toch kon hij burgemeester van Arnhem worden. De politie is duidelijk een doelwit van de islam. Het is gelukt om de politie een islamvriendelijk gezicht te laten krijgen. Politie laat zich zien in moskeeën en doet mee aan de iftar. Ook onderwijs behoort tot de doelwitten. Hele schoolklassen gaan naar de moskee, zeggen daar de shahada op en leren de voorgeschreven buigingen. De faculteiten die zich met menswetenschappen bezig houden, de UVA als belangrijkste, zijn in feite al geïslamiseerd. Islamisering is overal en wordt met geduld steeds verder uitgebreid. Links Nederland is eveneens een doelwit omdat daar met 'slachtofferschap' het gemakkelijkst toegang wordt verkregen voor islamgerelateerde ideeën.

Het boek ‘Westerse moslims en de toekomst van de islam’ is een belangrijk, maar helaas te onbekend boek. Het lezen van het boek zou verplicht dienen te zijn voor bestuurders, iedereen die in de media werkzaam is, ambtenaren die integratie in hun pakket hebben, leerkrachten, docenten en werkgevers.

Hoe zullen de kleinkinderen van Leo Lucassen over een aantal jaren terugkijken op hun grootvader?

maandag 11 juni 2018

Waar komt onze vrijheid vandaan?


Rituele onderwerping


Regelmatig plaag ik haar dat ze in haar stamboom een Nederlandse voorouder moet hebben gehad. Ze komt uit het Midden-Oosten, is hoog opgeleid en eigenzinnig. Ze verdient haar eigen brood en is daar trots op. Ze is helemaal van: ‘leer de taal, wees eerlijk en neem geen schotel’. Ze kan zich groen en geel ergeren aan land- en geloofsgenoten die nog steeds denken dat hun thuiscultuur superieur is aan de West-Europese cultuur. Van haar heb ik geleerd dat liegen een onderdeel is van de moslimse cultuur. Kinderen leren dat al vroeg van hun ouders. Er moet een reputatie in stand worden gehouden en het verschil tussen binnen en buiten wordt overbrugd door leugens. De schone schijn moet worden verdedigd.

Haar vraag: “Waar komt jullie vrijheid vandaan”, is al wekenlang een gespreksonderwerp. De voor de hand liggende antwoorden hebben we achter de rug. Geen daarvan is echt bevredigend. Achter iedere verklaring ligt er weer een nieuwe vraag. Tegenwoordig hebben we het vaak over de jaren zestig waarin de Nederlandse bevolking zich bevrijdde van de patriarchale hiërarchie. Haar vraag is begrijpelijk. Er is een groot verschil in vrijheid en haar vraag is dan ook waarom de bevolking van het Midden-Oosten niet gelukt is om dezelfde vrijheid te bereiken als in Europa.

Een verklaring voor het verschijnsel van de jaren zestig is alleen te vinden in het al langer sluimerend verlangen naar vrijheid dat in de wederopbouwjaren waarin discipline en hard werken vereisten waren, te lang was onderdrukt. Toen de lonen vanaf begin zestig weer begonnen te stijgen, nam ook de roep om vrijheid weer toe. De behoefte aan vrijheid is een constante in de geschiedenis van met name West-Europa. Die geschiedenis is gevuld met oorlogen en opstanden waarbij vrijheid de inzet was. We danken er bijvoorbeeld de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van meningsuiting aan. Je kunt je afvragen of de bevolkingen van West-Europa een vrijheidsgen hebben dat de bevolkingen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika niet hebben. Die veronderstelling is gemakkelijk te weerleggen. Ook in die regio’s van de wereld leeft de behoefte aan vrijheid. Die komt tot expressie achter de voordeur. Echter zodra je het huis hebt verlaten vertoon je het aangepaste gedrag dat vereist is.

De behoefte aan vrijheid en de wil of noodzaak om vrijheid te onderdrukken en te beperken vormen door hun onverenigbaarheid al eeuwenlang de geschiedenis van de mensheid en zal dat ook blijven doen. De balans tussen die twee is een eeuwig twistpunt die terug te vinden is in de ideeëngeschiedenis. Dat Europa (en Amerika) een betere balans hebben gevonden dan in de landen in het Midden-Oosten is te verklaren aan de hand van Julius Ceasar en het Christendom en de wijze waarop die het tribalisme in Europa hebben vernietigd.

Julius Caesar trof bij zijn veroveringen een volledig tribaal Europa aan. Hij vocht tegen stammen die onderling met elkaar streden om dominantie. Tribalisme kenmerkt zich door het recht van de sterkste en strak collectivisme. De stam is een lichaam waar je een cel van bent. Julius Ceasar creëerde een staatscultuur waarin tribalisme ongewenst was. Het christendom kreeg steun van het Romeinse Rijk en leerde dat er geen collectieve verantwoordelijkheid was, maar een individuele. Uiteindelijk heeft het tot in de dertiende eeuw geduurd om de laatste resten van de tribale cultuur te vernietigen. Dat leverde in feite een andere onvrijheid op. Kerk en adel beheersten het lot van de individuele mens in zijn voornamelijk agrarisch bestaan. Het was de opkomst van de steden die nieuwe brandstof leverden voor de strijd om vrijheid. Maar pas in de zeventiende eeuw werd de grondslag gelegd voor de scheiding van kerk en staat.

Het Midden-Oosten en Noord-Afrika zijn tribaal gebleven. Je bent geen individu, maar een onderdeel van je familie, je clan en je stam. Je inspanningen moeten gericht zijn op het succes van die structuren. De islam is geënt op die tribale cultuur en vormt in feite een superstructuur die stammen verenigt. Er is geen andere ideeëngeschiedenis dan die van de islam. Hoewel de islam pocht over de bijdrage van vrijdenkers als Averoës en Avicenna aan de Europese ideeëngeschiedenis, werden beiden vervolgd omdat hun ideeën alleen maar wanorde zouden brengen. Wanorde wordt binnen de islam beschouwd als de allergrootste bedreiging. In de koran geldt de doodstraf voor wie wanorde schept.

Binnen de islam geldt geen andere vrijheid dan die welke door de tribale islam wordt toegestaan. De enige ideeëngeschiedenis is dat alles wat niet verenigbaar is met de islamitische leer onderdrukt of vernietigd moest worden. Het enige heil dat moslims mogen verwachten komt uit de onderdanigheid aan de leer, zoals ze ook onderdanig zijn aan hun familie, clan en stam. Vrijheidslievenden ontvluchten hun land om in Europa en Amerika de vrijheid te beleven. Zij staan overwegend anders in het leven dan de moslims die via arbeidsmigratie hier naar toe zijn gekomen. Die zetten hun tribale cultuur door en laten de islam over hen heersen. Ze worden religieuzer concludeerde het Sociaal Planbureau recent. Het is niet waar. Ze worden niet religieuzer maar onderdaniger en meer geïndoctrineerd. Het is alarmerend omdat het laat zien dat de onderdrukkende tribale cultuur sterker is dan de op het individu gebaseerde cultuur van het Westen.

Vrijheid is een kostbaar goed. Om dat in te leveren voor een hoger doel, de verbreiding van de islam in de wereld, bedreigt dat door islamisering ook de vrijheid in het Westen. Onvrijheid helpt de machtigen machtiger te worden.