vrijdag 20 december 2019

Crisisberaad bij familieonderneming ‘Oranje Boven’



Ze zijn er allemaal. Voorzitter Beatrix had ze met spoed uitgenodigd om een dreigende crisis te bespreken. Nadat ze de vergadering had geopend ging ze direct over naar het belangrijkste punt. Er was een brief binnen gekomen. Van premier Rutte. Ze vatte hem samen. Rutte is niet langer bereid om voor ons te liegen en de kooltjes uit het vuur te halen. En dat is niet alles. Er is een verdekt dreigement. Hij laat weten nog actieve herinnering te hebben aan een paar zaken die hij voor ons heeft opgeknapt.

Prins Bril is de eerste die reageert. Kunnen we hem niet laten gaan slapen?’’ Hij heeft nog wel wat contacten met de mocromaffia die soms hand- en spandiensten leveren bij lastige huurders. Maxima is tegen. ‘Dan krijgen we die Dijkhoff die altijd en overal zijn excuses voor aanbiedt’. Irene wijst haar terecht. ‘Dijkhoff is iemand die altijd alle kansen benut om aan geld te komen, die man zal ons begrijpen. Margriet mompelt instemmend. Alex weet het nog niet en kijkt vragend naar Maxima. Die is resoluut. ‘Er moet iets gebeuren, zo kan het niet langer, we moeten ook aan de toekomst van onze kinderen denken, dat deed jullie grootmoeder ook’.

De vergadering valt even stil, iedereen kijkt peinzend voor zich uit. Beatrix probeert de familie weer gefocust te krijgen. ‘Of Rutte moet gaan slapen, laten we nog even in het midden. Laten we de situatie nog wat breder bekijken. De media zijn ons op dit ogenblik niet goed gezind, een columnist heeft zelfs het lef om te vragen dat Alex de kersttoespraak gebruikt om excuses aan te bieden. Dat gaan we natuurlijk niet doen, maar wat kunnen we wel. Kom op nazaten van Oranje, we hebben voor hetere vuren gestaan.’

Alex schuift zijn stoel driftig naar achteren en staat op. ‘Ik ben het zat. Dat koningsgedoe heb ik nooit zien zitten, maar ik deed het voor jullie. Laten we er een punt achter zetten en met de hele familie naar Argentinië verhuizen. Zo langzamerhand hebben we toch wel geld genoeg en daar valt ook nog wel aardig wat te verdienen als we het goed aanpakken. Misschien kan ik daar wel koning worden.’ Maxima kijkt hem verheerlijkt aan. ‘Dat is niet een beetje dom zoals gewoonlijk, dit is geniaal. Daar zitten ze in Argentinië echt op te wachten. Ik heb genoeg kennissen daar die zo’n plan zouden steunen.’

Margriet die zich tot dan toe stil had gehouden neemt dan het woord. ‘Het is gek, maar daar heb ik het met Pieter ook al over gehad. Het is een goed plan, maar wij gaan niet mee. Ik ben toch min of meer de reserve-koningin en wij nemen hier de zaak over. Jullie hebben het hier met al die fratsen wel gehad, terwijl Pieter en ik nog een redelijk schoon blazoen hebben. Wij hebben nog nooit iets verkocht dat niet van ons was. Lex kan het in zijn kersttoespraak aan kondigen. Hij kan gewoon zeggen dat het te zwaar voor hem wordt.’

Iedereen kijkt verwachtingsvol naar Margriet. Maar die zegt niets meer. Beatrix neemt dan het woord. ‘Margriet, ik heb je kennelijk altijd onderschat, je bent geweldig. Dit land van kruideniers en boekhouders ben ik net als Lex ook al een tijdje zat. Ik wil wel naar Argentinië.’ Plots begint iedereen opgewonden door elkaar te praten. De Oranjes zijn allemaal het ontevreden volk al langer zat, blijkt nu. Rutte, de verrader heeft eieren voor zijn geld gekozen en de familie in de steek gelaten, Prins Bril schreeuwt boven alles uit; ‘die moet gaan slapen, die moet gaan slapen.’ Koning Lex zit vergenoegd te grijnzen. ‘We kunnen ook Mozambique weer nieuw leven in blazen als vakantieadres en eindelijk kan ik mijn eigen privévliegtuig kopen. Kan ik eindelijk vliegen zonder dat half Nederland op mijn vingers zit te kijken.’

Dan komt Amalia binnen. ‘Moet ik anderhalf miljoen laten schieten omdat jullie de kolder in de kop hebben. Ik heb in de kamer hiernaast alles gehoord. Het gaat niet door, zeg ik jullie. Sodemieter allemaal maar op naar Argentinië, maar ik geef de troon niet op. Ik hou die kersttoespraak wel en zal zeggen dat ik niks meer met jullie te maken wil hebben omdat jullie een stelletje fraudeurs en bedriegers zijn die lijden aan geld- en pronkzucht. Margriet zit dan wel schijnheilig te doen, maar ik ben het echte onbeschreven blad.

Het wordt stil aan de tafel. Beatrix staat op met alle waardigheid die haar nog rest en zegt dat ze met onmiddellijke ingang aftreedt als voorzitster van Oranje Boven. ‘Zoek het samen maar uit, ik doe niet meer mee. Ik ga Rutte bellen. Ik zal hem zeggen dat we ons allemaal terugtrekken en hem vragen of hij Amalia nog een kansje wil geven. Als hij een referendum uitschrijft maakt ze een goede kans.’

Terwijl Beatrix de kamer verlaat, pakt Amalia met een vastberaden gezicht de telefoon.





dinsdag 17 december 2019

De jaarlijkse slacht van kerstbomen

Het ontluisterende einde


De ‘echte’ kerstboom is de plofkip van het interieur tijdens de feestdagen. Hij wil maar niet verdwijnen. Stoomboten zijn (bijna) verdwenen, grammofoonplaten zijn verdwenen, cassettebandjes zijn verdwenen, CD’s zijn aan het verdwijnen, boeken zijn aan het verdwijnen, maar de kerstboom moet blijven omdat hij zo lekker zou geuren.

Ik hoorde net van een man die zijn vrouw er met redelijke argumenten van probeerde te overtuigen dat het toch eindelijk tijd werd om dit jaar de ‘natuurlijke’ kerstboom te vervangen door een duurzaam exemplaar dat na de feestdagen op zolder weer zijn volgende beurt kon afwachten. Hij delfde het spit. Met liefde was ze bereid om desnoods de naalden tot aan Pinksteren op te blijven zuigen omdat iedere naald haar weer deed herinneren aan de gezellige feestdagen. De geur was voor haar onmisbaar. Ze had liever echt dan namaak.

In menig huisgezin wordt heden ten dage de discussie over de zwartheid van Zwarte Piet moeiteloos vervangen door een andere onzindiscussie.  Het zijn vooral de ega’s die voor de geur gaan terwijl ze met de kerst gewetenloos een mee-rekkend lycra-jurkje aantrekken omdat wol zo prikt en eerlijk katoen krimpt.

Ze beseffen niet dat de geur wordt voortgebracht door een stervende boom die geen andere toekomst heeft dan als verlepte graftak en onaanzienlijk lijk naar de tuin of stoep te worden verbannen. Nog voor tot volle wasdom te zijn gekomen wordt hij uit de schoot van moeder aarde gerukt om daarna langzaam te sterven als decorstuk. Als zijn geur verdwenen is, zijn naalden verdroogd en hij alleen nog maar stof staat te vergaren, wordt hij na een te kortstondig leven tegelijk met de botjes van de kerstkalkoen rücksichtslos gedumpt.

De jaarlijkse moord op de kerstboom is een grof schandaal dat door geen geur verdreven kan worden. De liefhebbers van ‘echt’ zijn meedogenloze moordenaars die kortstondige stervensgeur verkiezen boven duurzame alternatieven waar ze, als het over iets anders gaat, altijd de mond vol van hebben.  De liever ‘echt’ dan namaakfreaks zijn gemakkelijk te betrappen op allerlei inconsequenties. Ze hangen de boom waarvan de doodstrijd, het stervensgereutel en krimpend leven niet zicht- of hoorbaar is, vol met de ergst mogelijke glitter om de exploitatie van de stervensgeur op ‘feestelijke’ manier te maskeren.

Bij al die glitter en glans denkt niemand meer aan de gezwollen lippen van Chinese vrouwtjes die dag en nacht kerstballen moeten blazen of de kapotte vingertjes van Chinese kindertjes die alles in moeten pakken en de scherven met blote handen moeten opvegen. Showbizz-achtige glimslingers van kunststof moeten de zieltogende boom een feestelijk aanzien geven en de echte kaarsen zijn al lang vervangen door elektrische knipperlichtjes.  Het is allemaal nep en dat willen ze niet weten. Ze spreken pas van nep als iemand voorstelt om niet meer mee te doen aan de jaarlijkse slacht van kerstbomen en een duurzame designboom aan te schaffen.

De keuze van echt voor namaak is in dit geval van een treurnis verwekkende decadentie. Je laven aan de stervensgeur van een onschuldig wezen. Men realiseert zich bovendien niet dat de  om hun geur omgebrachte sparrenbomen, met ‘Oh dennenboom’ , ook nog beledigend worden toegezongen. Ja, zijn takken zijn wonderschoon. Maar de kortstondigheid daarvan wordt niet meegewogen.
Het feest van het licht, het feest van het terugkerend leven in de natuur, wordt voorafgegaan door genocide. Iedere boom zal graag zijn leven geven voor degelijk timmerhout. Dat wordt de kerstboom niet gegund. Zijn sterven draagt bij aan de feestvreugde die we ook willen kunnen ruiken. Het binnenklimaat wordt gevuld met de stervensgeur van een veelbelovende jongeling die het in zich had om een boom van een vent te worden. 

Ze eten vegetarisch met kerstmis, want het is zo zielig voor dieren, maar om een levende boom met nog een heel leven voor zich bekommeren ze zich niet. Verspilling is het, maar de egomane geurzucht lijkt  niet te bedwingen als het om de keuze voor echt of nep gaat. Het zijn dezelfden echter die wel in opstand komen als de gemeente een boom wil kappen.

Allen een geurige kerst, een gezellige jaarwisseling en een mooi 2020 gewenst