Opinie-artikelen als ‘Stop de verbale terreur’ (NRC 11 mei 2016) van de hand van Mark van
Ostaijen en Shivant Jhagroe, lees ik steevast met bozig vermaak. Spits op
drogredeneringen, eenzijdigheid en onwetenschappelijkheid, biedt het lezen me
altijd weer voldoende beloning. Tegelijkertijd verbaas ik me iedere keer weer
over de ruimhartigheid van de opinieredactie om artikelen die eigenlijk op de
kansel horen, te plaatsen.
De dubieuze scheidslijnen in de samenleving die de auteurs
zo dwars zitten, vallen niet te ontkennen. Dat ze uitgerekend Karl Popper als
getuige aanroepen wekt bij mij de indruk dat ze nog niet voldoende droog achter
de oren zijn, want zijn belangrijkste oproep is juist om de academische twijfel
als belangrijkste uitgangspunt te nemen.
Zijn het sociaal economische scheidslijnen die we zien, of
zijn dat, evenals de verslagenheid, woede en frustratie onder migrantenjongeren, signalen met een oorzaak die in het artikel compleet uit het zicht blijven? Zou
het kunnen zijn dat de slecht verlopende integratie verantwoordelijk is voor de
sociaal economische achterstand? In ‘Respect in een tijd van sociale
ongelijkheid’, een boek van Richard Sennet, vergelijkt deze twee
migrantengroepen. De een staat open voor de nieuwe omgeving en integreert de
eigen cultuur in die van de nieuwe omgeving. Sociaal-economisch gaat het hen
goed. De andere groep houdt stevig vast aan de eigen cultuur en wijst de
cultuur van de nieuwe omgeving af. Deze groep, die in hun oorspronkelijke
omgeving zich goed kon handhaven, verpaupert.
De conclusie die daar uit kan worden getrokken werd onlangs
ook in een televisieprogramma verwoord door een jonge vluchteling. Zijn
boodschap was dat integreren moet als je succes wilt hebben en hij gaf daar die
spelregels bij: “leer de taal goed, wees eerlijk en koop geen schotel”.
Van onze huisarts accepteren we niet dat hij de
verschijnselen van een ziekte behandelt en de oorzaak negeert. Dat is eigenlijk
wat de auteurs van het opinie-artikel ook doen. Helaas is dat verschijnsel
wijdverbreid en wordt tegenwoordig ‘cultuurmarxisme’ genoemd. Het is een denk-
en handelwijze die het probleem alleen maar groter maakt en chronisch laat
worden.
In islamitische landen is er onder jongeren eveneens een
grote onvrede. De ‘Arabische lente’ was een moment waarop dat zichtbaar is. De
meeste van die landen staan er sociaal-economisch slecht voor, kennen een hoge
werkloosheid en een schrijnend verschil tussen arm en rijk. Islamisten houden
deze jongeren voor dat terugkeer naar een orthodoxe vorm van islam de oplossing
is. Bij een deel van de jongeren slaat deze boodschap aan. Een in
Iraaks-Koerdistan verblijvende kennis schreef me dat onder volwassenen de
seculariteit groeiende is, maar dat jongeren steeds orthodoxer lijken te
worden.
Het is een beeld dat ook bij de situatie in Nederland past.
De woede onder migrantenjongeren wordt door islamisten gekanaliseerd met de
boodschap dat hun lot veroorzaakt wordt door racisme, discriminatie en
islamofobie. Een propagandistische boodschap die als een masker het falen van
de islamitische cultuur verbergt. Cultuur-marxistische beschouwers zoals de
auteurs van het artikel, verspreiden dezelfde boodschap, vaak uit humane
motieven en bevestigen op die wijze hun zegel van goedkeuring op de
propagandistische boodschap van islamisten.
Sociale wetenschappers horen net als huisartsen de juiste
diagnose te stellen en horen zich niet gemakzuchtig te verlaten op politiek
correcte analyses om zich daarmee de goedkeuring van hun academische omgeving
te verwerven.
Integratie is het probleem. Dat kan gemakkelijk worden
nagegaan. Er is geen sprake van een scherpe tweedeling langs etnische lijnen.
Migranten die integreren en hun heil niet alleen in eigen kring zoeken zijn
over het algemeen succesvol. De boodschap van Richard Sennet zou luider mogen
klinken in academische kringen en die van de media. Mark van Ostaijen en
Shivant Jhagroe reken ik vooralsnog tot de zachte heelmeesters met een
verkeerde diagnose. Ze spelen de nieuwe partij Denk, die integratie afwijst, in
de kaart. De verbale terreur uit die hoek laat ons geloven dat de halve
Nederlandse bevolking discrimineert en uit racisten bestaat. Ik heb de neiging
om hard terug te roepen: “het ligt niet aan anderen, kijk naar jezelf!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten