Wen er maar aan zegt de NRC, want het gaat om vrijheid en blijheid |
De zaterdagkrant van 21 juli 2018 van de NRC staat een
beetje in het teken van het afscheid van columniste Lamyae Aharouay. Omdat ik
er niet zeker van ben of ik haar naam goed schrijf, zoek ik die elke keer op.
In haar vaste en laatste column schreef ze dat ze stopt omdat ze het zat is
overal een mening over te hebben. Weinig geloofwaardig want in haar eerstvolgende
tweet nam ze minister Blok te grazen vanwege diens uitspraken over de grenzen
aan de multiculturele samenleving.
Vandaag neemt ze werkelijk afscheid in een artikel onder de
kop: ‘Hoe
ik een dikke huid kreeg’. Daarin betoogt ze dat voor veel lezers de inhoud
van haar columns niet kon opwegen tegen haar hoofddoek. Het artikel
begint met een citaat
uit een van mijn blogs. “Alles aan
haar is fout. Boven haar column staat haar portret. Vanonder een somber
gekleurde hijab kijkt ze de lezer aan met haar minzame blik haar superieure
glimlach en alleswetende ogen.” Mijn blog ging niet over haar hoofddoek,
maar over de inhoud van een van de columns die ze schreef. In haar opsomming over reacties van lezers, er waren er die
vanwege haar columns hun abonnement opzegden, vertelt ze dat er ook lezers
waren die zich stoorden aan haar hoofddoek en die haar portret niet in
overeenstemming konden brengen met de figuur die uit haar intelligente proza
naar voren treedt.
Nu waren die columns, om Pechtold maar eens te citeren van
de oppervlakkigheid van een surfplank en zonder vast beginsel. Wel een duidelijke agenda. Pegida mocht
niet demonstreren, de Friezen die een bus met demonstranten tegen hielden,
moesten zwaar worden gestraft, maar demonstraties voor de multiculturele
samenleving deugden wel allemaal. In haar columns behartigde ze de belangen van
het gekleurde en anders-religieuze deel van de multiculturele samenleving. Wie
in haar bio duikt, vindt een hardcore islamiste die hoofddoekjes het
toppunt van feminisme vindt. Wat mij betreft lijdt ze aan narcistische
zelfoverschatting als ze schrijft dat ‘de hoofddoek mijn hoofd bedekt, maar niet
mijn hersens afknelt’. Als trouwe lezer van haar columns twijfel ik aan het
laatste. De met drogredenen gelardeerde columns wijzen op een tunnelvisie
waarbij alles buiten haar eigen belevingswereld buiten beeld valt. Nooit zal ze
zich afvragen wat mensen beweegt als ze hoofddoeken niet zien zitten. Dat hoeft
ze ook niet omdat voor haar vast staat dat die mensen niet deugen en haar recht
op vrije meningsuiting en vrijheid van godsdienst geweld aan doen.
In haar eigen hoofdredactioneel commentaar neemt de NRC het
voor haar op, al zou je ook kunnen zeggen dat ze het voor zichzelf opnemen
vanwege het aantrekken van een gehoofddoekte columniste. In ‘Het
nieuwe Nederland verdient een plaats in de media’, schrijft de NRC dat een
hoofddoek een uitdrukking is van een religieuze overtuiging en daarin is
iedereen vrij: “Deze krant is vóór de
vrijheid van godsdienst en vóór individuele keuzes”, schrijft de NRC
parmantig. Dat is natuurlijk van de oppervlakkigheid van een surfplank, om
Pechtold maar weer eens te citeren. Voor de komst van de islam hadden we de
afspraak dat het overduidelijk tonen van religieuze of politieke opvattingen in
de openbare ruimte ‘not done’ was. Zo hielden we de diversiteit leefbaar en
drukten we een ‘samen’ uit. Volgens de NRC is dat inmiddels ‘oude en
achterhaalde beschaving’: “De ergernis is
wel te begrijpen: onwennigheid, weerzin tegen een bepaalde religie, bezwaar
tegen culturele veranderingen” schrijft ze. Even later heet het: “NRC is bovendien van de ‘inhoud’ en vraagt
lezers vertrouwde kaders en verwachtingen bij te kunnen stellen. Met z’n
columnisten tracht NRC bovendien een afspiegeling te tonen van een divers
Nederland. Er zijn meer stemmen relevant dan die van de middelbare witte man
die het in deze titel (de NRC, pl) sinds 1828 doorgaans voor het zeggen had”.
Het is duidelijk. De NRC is van de nieuwe beschaving die de
oude vervangt. Ik ga daar niet in mee. Een zin als”(en ik haat Godwins, maar
het moet even): “NRC is bovendien van de ‘inhoud’ en vraagt lezers vertrouwde kaders
en verwachtingen bij te kunnen stellen”, had ze ook in haar beruchte
oorlogsverleden*) kunnen schrijven. Je aanpassen aan de nieuwe werkelijkheid zit
bij de NRC kennelijk diep in de genen. De NRC had het ook op kunnen nemen voor
de oude ‘beschaving’ en op kunnen roepen om uiterlijk religieus vertoon
achterwege te laten. Maar nee hoor, de NRC bukt diep voor de islam en roept ons
op om de vertrouwde kaders en verwachtingen los te laten. En Pim Fortuyn, de
middelbare witte man, had natuurlijk nooit moeten zeggen dat hij de islam een
achterlijke religie vond. Voor de NRC geldt vrijheid blijheid. In de nieuwe
beschaving mag Lamyae Aharouay leven volgens haar eigen islamitische beschaving
en kan tegelijk zoals
ze zelf zegt Hollandse zijn.
Wat Lamyae weigert te zien dat in de oude beschaving een
hoofddoek maar al te vaak een signaal is van een beschaving die niet in
Nederland past. Wie een hoofddoek draagt omdat de koran dat voorschrijft zal
ook andere voorschriften uit de koran serieus nemen. En daar zit het grote
probleem. De islamitische leer schrijft voor dat moslims in Nederland moeten
accepteren wat overeenkomt met de islam en ervoor moeten strijden om alles wat
nog niet overeenkomt met de islam te veranderen. Lamyae Aharouag was in haar
columns trouw aan die opdracht. Goed dat ze gestopt is als columniste. Vanaf september gaat ze verder als politiek verslaggever.
De tegenwoordige NRC heeft om Pechtold voor de laatste keer te citeren ‘de diepte van een surfplank’. Dat krijg je als je politiek correct wil zijn en de lezers wil opvoeden.
*) Voor wie daar niet mee bekend is, het volgende. De NRC kwam de oorlog door onder hoofdredacteur Johan Huijts. Die probeerde de kool en de geit te sparen om zo het blad overeind te houden. Na de oorlog kreeg hij een verbod om gedurende vijf jaar het beroep van journalist uit te oefenen. De NRC kreeg een kort verschijningsverbod opgelegd. Huijts proclameerde dat de krant door kon gaan en "dat zulks kon door zich praktisch te oriënteren op de kennelijk Duitse hegemonie in Europa, in welke 'nieuwe orde' het socialisme het nationalisme zou overwinnen".
Bij het Algemeen Handelsblad was het allemaal veel erger. Om het blad overeind te houden werd joods personeel ontslagen en Duitsgezinde leiding aangesteld die ook antisemitisme toeliet. Bij het blad was sprake van volledige collaboratie. Om onduidelijke redenen werd het Handelsblad veel minder zwaar gestraft dan de de eveneens collaborerende Telegraaf
De tegenwoordige NRC heeft om Pechtold voor de laatste keer te citeren ‘de diepte van een surfplank’. Dat krijg je als je politiek correct wil zijn en de lezers wil opvoeden.
*) Voor wie daar niet mee bekend is, het volgende. De NRC kwam de oorlog door onder hoofdredacteur Johan Huijts. Die probeerde de kool en de geit te sparen om zo het blad overeind te houden. Na de oorlog kreeg hij een verbod om gedurende vijf jaar het beroep van journalist uit te oefenen. De NRC kreeg een kort verschijningsverbod opgelegd. Huijts proclameerde dat de krant door kon gaan en "dat zulks kon door zich praktisch te oriënteren op de kennelijk Duitse hegemonie in Europa, in welke 'nieuwe orde' het socialisme het nationalisme zou overwinnen".
Bij het Algemeen Handelsblad was het allemaal veel erger. Om het blad overeind te houden werd joods personeel ontslagen en Duitsgezinde leiding aangesteld die ook antisemitisme toeliet. Bij het blad was sprake van volledige collaboratie. Om onduidelijke redenen werd het Handelsblad veel minder zwaar gestraft dan de de eveneens collaborerende Telegraaf
Geen opmerkingen:
Een reactie posten