dinsdag 12 september 2017

Jetta Kleinsma subsidieert schone onderbroeken

                                                                      
                                                                  

Het immer alerte GeenStijl besteedde aandacht aan een onderwerp dat alleen het lokaal nieuws haalde. De linkse staatssecretaris Jetta Kleinsma toog hoogstpersoonlijk naar Groningen om een einde te maken aan een levensgroot probleem: kinderen schamen zich over hun verwassen, uit de mode zijnde of ongewassen ondergoed als ze zich, bijvoorbeeld bij gymles, moeten uitkleden.

Het leven is oneerlijk. De verdeling van afkomst, talent en uiterlijk is oneerlijk en nu komt ondergoed daar nog bij. Daar is op PvdA-wijze iets aan te doen. We geven die kinderen schoon ondergoed zodat ze zich bij de gymles niet meer hoeven te schamen.
Dit is Nederland. We pakken niet de problemen maar de symptomen aan. De uiterlijke tekenen van armoede en verwaarlozing worden aangepakt met ongelijkheidscompensatie. Iedereen heeft recht op een schone en modieuze onderbroek. Echter in een land waarin ouders met chronisch zieke kinderen te maken krijgen met de onbarmhartige inquisitie van ‘Veilig Thuis’, geven we de ouders die hun kinderen min of meer verwaarlozen cadeautjes.

Armoede vormt geen beletsel voor adequate onderkleding. Bij Zeeman of Hema is er meer dan voldoende aanbod voor gezinnen met een krap budget. Het probleem ligt dan ook bij de verkeerde prioriteitsstelling en/of verwaarlozing. Er is sprake van ‘armoedig beleid’ in plaats van ‘armoedebeleid’ als dat niet wordt aangepakt. Kinderen verdienen dat en een aantal ouders moet er helaas voortdurend aan worden herinnerd waar hun plichten en prioriteiten liggen.

Het ‘armoedige beleid’ van Kleinsma is een belediging voor de ouders met een krap budget die het wel lukt om hun kinderen met ‘net’ ondergoed naar school te sturen. Hun inspanningen worden niet beloond. De boodschap die ze krijgen is: als je er een rommeltje van maakt, komt Kleinsma langs met cadeautjes.

De ‘onderbroekensubsidie’ kan worden gezien als een metafoor voor het falende sociale beleid waarin door een overmaat van tolerantie en begrip rechten heel wat zwaarder zijn gaan wegen dan plichten. Die situatie vormt een onderdeel van een groot deel van de malaise die het beleid van de laatste decennia heeft opgeleverd. Het integratiebeleid levert een mooi voorbeeld op van waartoe een te soft beleid leidt.
De normen en waarden die orde scheppen in de samenleving zouden niet meer gerelativeerd en onderhandelbaar moeten zijn. ‘Wie niet horen wil, moet maar voelen’, een oud gezegde waarvan de waarde opnieuw bekrachtigd dient te worden. Geen kadootjes voor wie niet horen wil dat hij/zij kinderen verwaarloost. Dat soort mensen heeft behoefte aan duidelijke taal en niet mis te verstane woorden.








Geen opmerkingen: