Het immer
alerte GeenStijl
besteedde aandacht aan een onderwerp dat alleen het lokaal
nieuws haalde. De linkse staatssecretaris Jetta Kleinsma toog
hoogstpersoonlijk naar Groningen om een einde te maken aan een levensgroot
probleem: kinderen schamen zich over hun verwassen, uit de mode zijnde of
ongewassen ondergoed als ze zich, bijvoorbeeld bij gymles, moeten uitkleden.
Het leven is
oneerlijk. De verdeling van afkomst, talent en uiterlijk is oneerlijk en nu
komt ondergoed daar nog bij. Daar is op PvdA-wijze iets aan te doen. We geven
die kinderen schoon ondergoed zodat ze zich bij de gymles niet meer hoeven te
schamen.
Dit is
Nederland. We pakken niet de problemen maar de symptomen aan. De uiterlijke
tekenen van armoede en verwaarlozing worden aangepakt met ongelijkheidscompensatie.
Iedereen heeft recht op een schone en modieuze onderbroek. Echter in een land waarin
ouders met chronisch zieke kinderen te maken krijgen met de onbarmhartige
inquisitie van ‘Veilig Thuis’, geven we de ouders die hun kinderen min of meer verwaarlozen cadeautjes.
Armoede
vormt geen beletsel voor adequate onderkleding. Bij Zeeman of Hema is er meer
dan voldoende aanbod voor gezinnen met een krap budget. Het probleem ligt dan
ook bij de verkeerde prioriteitsstelling en/of verwaarlozing. Er is sprake van
‘armoedig beleid’ in plaats van ‘armoedebeleid’ als dat niet wordt aangepakt.
Kinderen verdienen dat en een aantal ouders moet er helaas voortdurend aan
worden herinnerd waar hun plichten en prioriteiten liggen.
Het
‘armoedige beleid’ van Kleinsma is een belediging voor de ouders met een krap
budget die het wel lukt om hun kinderen met ‘net’ ondergoed naar school te
sturen. Hun inspanningen worden niet beloond. De boodschap die ze krijgen is:
als je er een rommeltje van maakt, komt Kleinsma langs met cadeautjes.
De ‘onderbroekensubsidie’
kan worden gezien als een metafoor voor het falende sociale beleid waarin door
een overmaat van tolerantie en begrip rechten heel wat zwaarder zijn gaan wegen
dan plichten. Die situatie vormt een onderdeel van een groot deel van de
malaise die het beleid van de laatste decennia heeft opgeleverd. Het
integratiebeleid levert een mooi voorbeeld op van waartoe een te soft beleid
leidt.
De normen en
waarden die orde scheppen in de samenleving zouden niet meer gerelativeerd en
onderhandelbaar moeten zijn. ‘Wie niet horen wil, moet maar voelen’, een oud
gezegde waarvan de waarde opnieuw bekrachtigd dient te worden. Geen kadootjes
voor wie niet horen wil dat hij/zij kinderen verwaarloost. Dat soort mensen
heeft behoefte aan duidelijke taal en niet mis te verstane woorden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten