Geert
Wilders mocht het begrotingsdebat aftrappen. In het belangrijkste deel van zijn
betoog stelde hij voor de islam aan banden te leggen omdat die een grote bedreiging
van de vrijheid zou vormen.
Wilders
maakte er werk van. Hij liet zien dat de vrijheid in alle islamitische landen
ver achter bleef bij wat we in Nederland gewend zijn. Hij voorspelde dat
wanneer er geen maatregelen zouden worden genomen er door de toenemende
islamisering de vrijheid in Nederland onder druk komt te staan.
Geert
Wilders heeft een punt. Al veertien jaar leeft hij met persoonlijke bewaking
omdat er vanuit de islam een fatwa tegen hem is uitgesproken, die hem van zijn
vrijheid berooft. Het is een van de wegen waarlangs de islam de vrijheid van
meningsuiting onderdrukt als die mening haar niet welgevallig is.
Kuzu valt Wilders aan
Kuzu was de
eerste die naar de interruptiemicrofoon snelde om Wilders de oren te wassen. “U
pleit voor vrijheid door die vrijheid te onderdrukken”.
Kuzu is geen
echte volksvertegenwoordiger. Hij is een belangenbehartiger. Hij ging niet in
op het sombere verhaal van Wilders over de islam. Hij pleitte indirect voor een
vrijheid die ook onwenselijke uitingen en strevingen van de islam omvat omdat
dit tot de gewetensvrijheid en godsdienstvrijheid behoort. Hij pleitte indirect
voor ruim baan voor de islam.
Eigenlijk
een idioot debat. Ons strafrecht keert zich tegen allerlei laakbare daden die voor
de vrijheid en veiligheid van anderen een gevaar zijn gebleken. Het debat zou
dan ook niet moeten gaan over vrijheid op zich, maar over de vraag of de islam
werkelijk een bedreiging vormt. Het is een debat dat tot op vandaag in de
Tweede Kamer wordt ontweken.
Segers snelt Kuzu te hulp
Segers viel
Wilders aan door artikel 23 van de Grondwet in het geding te brengen dat de
(religieuze) vrijheid van onderwijs regelt. En daarmee kwam het knelpunt aan
het licht dat er geen middelen zijn om de onwenselijke uitbreiding van
islamitisch onderwijs tegen te houden. De christelijke partijen bewaken de
vrijheid van onderwijs en verzetten zich niet tegen islamitisch onderwijs omdat
ze daarmee ook hun eigen vrijheid ter discussie stellen. Ze zijn doodsbang dat
het kind met het badwater wordt weggegooid.
Christelijke partijen hinderpaal bij
het aanpakken van islamitisch onderwijs
In Nederland
zullen zich niet veel mensen zich echt zorgen maken over het bestaan van
christelijk onderwijs. Dat geldt niet voor het islamitisch onderwijs waarvan
men vreest dat het scholieren vervreemdt van de Nederlandse waarden en normen. Die
vrees, zo bleek, bestond ook bij de SGP bij monde van hun woordvoerder van der
Staaij. Maar ook hij ging niet zo ver om de vrijheid van onderwijs ter discussie te stellen. De vele
voorstanders van openbaar onderwijs als enige vorm van onderwijs zijn breed in
de Tweede Kamer aanwezig. Naar schatting vormen ze zelfs een meerderheid. Ze
lieten zich bij dit debat niet horen om een punt te maken. De wens van de
christelijke partijen om de vrijheid van onderwijs te behouden wordt gesteund door
alle kabinetten waarin christelijke partijen deelnemen. Alleen de paarse
kabinetten (1994-2002) waaraan de christelijke partijen niet deelnamen spraken
hun voorkeur uit voor openbaar onderwijs.
Alles
overwegende kan in dit verband worden geconcludeerd dat de christelijke
partijen uit eigen belang schuldig zijn aan het voortbestaan van islamitisch
onderwijs en ten onrechte de aanspraken van DENK steunen. Hoogste tijd voor een
Kamerdebat over de vraag in hoeverre de islam en islamitisch onderwijs nu en in
de toekomst een bedreiging voor de vrijheid vormt. Zo lang dat niet gebeurt wordt de olifant in de Kamer genegeerd en wordt DENK toegestaan om met hulp van Nederlandse vrijheden vanuit een eigen agenda belangen te behartigen die strijdig zijn met de Nederlandse belangen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten