Posts tonen met het label Ruud Koopmans. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Ruud Koopmans. Alle posts tonen

donderdag 8 december 2016

Integratie: geen woorden, maar daden


Het was even twijfelen vandaag over welke kop boven mijn blog de lading het best zou dekken. ‘Onder sociologen’ had ook gekund. ‘Integratie’ is een twistpunt onder sociologen. De een leest uit zijn onderzoek iets heel anders dan een ander die ook onderzoek heeft gedaan. Het is een van de aanwijzingen dat de menswetenschappen in een deplorabele staat verkeren. Op universiteiten lijkt het meer te gaan om de politieke correctheid dan om echte wetenschap.

In de Volkskrant van vandaag (donderdag 8 december) bezocht Volkskrant-journalist Ariejan Korteweg een politieke bijeenkomst met Thierry Baudet. Daar trof hij twee jonge sociologie-studenten die nog twijfelden tussen de PVV en Forum voor Democratie. De aankomende sociologen vinden dat de gevestigde partijen samenspannen om onderling de macht te verdelen. “In hun studie hoeven ze met dergelijke standpunten niet aan te komen. Sociologie is een links bolwerk, vertelt een van hen. Laatst nog: een docent schaamde zich in het college te vertellen dat jonge Marokkanen crimineler zijn dan andere jongeren. Terwijl het nota bene zijn eigen onderzoek was”. De ‘horizontale onvrijheid’ die op universiteiten heerst, komt in dit citaat pijnlijk tot uitdrukking. De docent schaamt zich en de studenten moeten verbergen wat ze werkelijk denken.

Ruud Koopmans, hoogleraar sociologie in Berlijn, is niet zo van het politiek correcte. In de Volkskrant (3 december 2016) pleitte hij voor een herwaardering van de rechten van de meerderheid. Vandaag krijgt hij antwoord van Jan Willem Duyvendak, hoogleraar sociologie aan de universiteit van Amsterdam (UvA). Duyvendak heeft ook onderzoek gedaan zegt hij en daaruit blijkt het tegenovergestelde: ‘De meerderheid heeft het allang voor het zeggen’. Op zo’n moment beginnen mijn ogen te knipperen en denk ik: ‘wat krijgen we nou?’ 

Als snel blijkt waar het onderzoek van Duyvendak uit heeft bestaan. Een papieren onderzoek. Hij constateert: “Nederlandse politici vinden vooral dat migranten zich de ‘kernwaarden van Nederland eigen moeten maken, zoals dat recentelijk weer is vastgelegd in het participatiecontract van Minister Asscher.” Het leidt Duyvendak tot de forse conclusie: “In Nederland is de gedachte dat de ‘oorspronkelijke’ bewoners meer te zeggen zouden moeten hebben dan nieuwkomers allang gemeengoed”. Dat constaterende, komt Duyvendak met een politiek correct scheldwoord voor de door hem betreurde ontwikkelingen: het is ‘nativisme’. ‘Nativisme’ mag niet en Duyvendak maakt hierbij gebruik een extreme consequentie als argument: ‘we mogen dan ook niks meer zeggen over de slechte behandeling van homo’s in  Afrikaanse landen, of over antisemitisme in Arabische landen, want dat is nu eenmaal onderdeel van de daar bestaande meerderheidscultuur’. Een nogal aanvechtbaar standpunt en ik raak daar weer helemaal van in de war. Op dezelfde universiteit vertellen antropologen dat alle culturen gelijk zijn en kritiek op andere culturen een vorm van racisme is. Duyvendak is wel van een andere meerderheidscultuur: ‘Het is dezer dagen urgenter om mensenrechten te verdedigen dan meerderheidsculturen’.

Mijn conclusie is helder. Duyvendak is niet van de feiten maar van de meningen. Met sociologie als wetenschap heeft het weinig te maken. Het is een politiek standpunt en daarmee wil hij meningen beïnvloeden. De Volkskrant geeft hem alle ruimte daarvoor en de impliciete boodschap van de Volkskrant is dat we het zelf maar verder moeten uitzoeken: Koopmans of Duyvendak, mensenrechten of meerderheidscultuur, wetenschapper of prediker?

Zoals de islam zegt dat de sharia boven nationale wetten gaat, stelt Duyvendak dat mensenrechten nationale wetten overstijgen. Daarmee laat hij zien dat hij een mensenrechtenfundamentalist is. De juridisering van mensenrechten heeft tot gevolg dat iemand, waar hij ook vandaan komt en waar hij zich ook bevindt, beschermd zou moeten worden door mensenrechten. Islamisten beroepen zich er als calculerende burgers op, terwijl hun religie voorschrijft dat mensenrechten ondergeschikt zijn aan de sharia. Wie illegaal een Europese grens overschrijdt, kan, ook als hij geen goede bedoelingen heeft, zich beroepen op mensenrechten. Er is een probleem met mensenrechten dat Duyvendak onvoldoende onderkent.

Terug naar zijn bewering dat de ‘meerderheid het allang voor het zeggen heeft’. Hij beroept zich op woorden van politici en op het papieren participatiecontract. Doorslaggevend is echter hoe dat in het dagelijks leven wordt ervaren. Daar heeft de hoogleraar het niet over, want het zou zijn stellingen maar bederven. Eigenlijk is dat raar. Hoe mensen het dagelijks leven ervaren en vorm geven is het eigenlijke onderzoeksobject van de sociologie. Wat mensen ervaren staat niet in de krant. Die filtert en blijft overwegend dicht bij de gevestigde linkse orde. De orde van Duyvendak. Dat is wel duidelijk. Daarom valt hij Ruud Koopmans aan, een socioloog die ver blijft van de gevestigde orde. Wat Koopmans signaleert is dat woorden van politici, woorden in nota’s en contracten steeds minder vertrouwd worden omdat ze de ervaren realiteit niet weerspiegelen.

De meerderheid ervaart niet dat ze een meerderheid vormen. Die ziet kernwaarden als bedreigd door mensen die de kernwaarden niet willen delen. Daar gaat het dan ook fout met het integratiebeleid. Veel woorden, weinig daden. De meerderheid van de bevolking heeft het idee dat de overheid haar woorden volstrekt niet kan waarmaken. Bijna alom wordt erkend dat het integratiebeleid is mislukt. Alleen op universitair niveau denkt men daar kennelijk anders over. Daar heeft men in hoge mate lak aan de kernwaarden die de meerderheid van de bevolking als belangrijk ziet. Wellicht zou de overheid moeten beginnen om die stoorzenders en verwarringstichters eens aan te pakken. Dat zou de aanpak van integratie wel eens in een versnelling kunnen brengen. Dan kunnen die sociologie-studenten die Ariejan Korteweg sprak, hardop zeggen wat ze denken en vrij onderzoek doen. 

Blijft over de redactie van de Volkskrant. Ik zadel ze op met de vraag: hoe onderscheid je een wetenschapper van een prediker?


zaterdag 3 december 2016

In een neutraal gemaakte cultuur kan die van minderheden floreren

                                                                     

Als je de Volkskrant niet hebt, is er vandaag een doorslaggevende reden om die bij het boodschappen doen mee te nemen. Ik ga nog een stap verder. Als je de boodschappen gister al hebt gedaan en aan een pyamadag bent begonnen, mis je een spraakmakend artikel waarin heel veel op zijn plaats valt. Ik beloof je dat het meer dan de moeite waard is om er toch op uit te gaan.  Je kunt echter ook proberen het artikel ‘Meerderheidscultuur verdient ook alle steun’ online te lezen.

De intro boven het artikel vat de inhoud al aardig samen. “Kosmopolieten houden er een dubbele moraal op na, betoogt Ruud Koopmans. De culturele identiteit van minderheden willen ze beschermen, terwijl die van de meerderheid wordt weggezet als bedenkelijk nationalisme.” De Volkskrant laat er één citaat uitspringen: Het verdedigen van nationale culturele tradities afdoen als populisme of racisme wakkert verdere radicalisering alleen maar aan”.

Voor de Volkskrantse hogepriester van het politiek correcte denken, Bert Wagendorp, heb ik nog een citaat waar hij, bij voorkeur op last van de hoofdredacteur, dit weekend op mag (moet) mediteren: “Terwijl het verlangen van minderheden om hun cultuur te behouden en aan de volgende generatie door te geven door de politieke en culturele elites als hoogst legitiem en begrijpelijk wordt gezien, worden dezelfde verlangens van nationale meerderheden met begrippen als spruitjeslucht, tokkies, populisme of racisme in het verdomhoekje geplaatst”. Het is een mooie samenvatting van de teneur die de columns van Wagendorp kenmerkt. Als ik hem hier in de schijnwerper zet, portretteer ik niet alleen hem, maar alle ‘Wagendorpen’ van deze wereld en dat zijn er veel. Van Peter R. de Vries tot Geert Mak en hun spreekstalmeester Jeroen Pauw, zal ik maar zeggen.
Het artikel laat me ook denken aan de vriendin die ik al menig keer heb geciteerd: “Identiteit is wat minderheden wél, en Nederlanders niet mogen hebben”. Dat was geloof ik nadat Maxima had verklaard dat de Nederlandse identiteit niet bestaat. Maar je kunt er ook heel anders tegen aan kijken. Koopmans verwijst naar de Canadese filosoof Will Kymlicka: “Immigranten hebben volgens Kymlicka het recht om in hun eigen cultuur te leven vrijwillig opgegeven door naar een ander land te emigreren”. Dat hebben bijvoorbeeld de vele Nederlanders gedaan die naar Australië of Canada emigreerden. De tweede generatie spreekt geen Nederlands meer, houden meer van rugby of ijshockey dan schaatsen en de heimweewinkeltjes waar nog drop en speculaas ingeslagen kan worden, hebben het steeds moeilijker omdat de eerste generatie langzaam uitsterft.

Nederland met zijn multicultureel beleid heeft echter de touwtjes uit handen gegeven en laat zich nu op de kop zitten door minderheden. Daar krijg je radicalisering en Wildersen en Trumps van die politieke munt slaan uit de dubbele cultuurmoraal van de kosmopolieten, zegt Koopmans. Die wijt de situatie aan de lafheid van de politieke en culturele elite. Om zich te rechtvaardigen ging die de meerderheid wegzetten als niet deugend. Geert Wilders had die moed wel. Die durft als enige prominente politicus de dingen bij de naam te noemen en dat is tevens het geheim van zijn succes, aldus Koopmans. Hij verklaart op een afdoende manier de wortels van de polarisatie en roept op om de meerderheidscultuur meer gewicht te geven. Het is een pleidooi voor integratie.

De enige kritiek die ik op het artikel heb is het gebruik van de term ‘kosmopolieten’. Die dekt de lading niet. Er zijn ook ‘harmoniedenkers’ die we als ‘gutmenschen’ aanduiden en de calvinistische aanhangers van het politiek correcte geloof die iedere afwijking hardhandig afstraffen.
Het is ook jammer dat Koopmans de islam buiten zijn bespreking laat als enige stroming die zich uitdrukkelijk tegen integratie keert en onvoldoende wordt tegengesproken. De afgelopen week hadden we weer de nodige incidenten in dat verband. Een meldpunt dat homohaat rechtvaardigde omdat het een uiting van religie was en parlementslid Marcouch (PvdA) die vindt dat aanhangers van de PVV geen politie-agent kunnen worden. Het werkt polarisatie en discriminatie in de hand en de oplossing van DENK is dat er discriminatiepolitie moet komen. Een pleidooi dat ‘islamofobie’ strafbaar gesteld moet worden zoals de islam wil, heb ik nog niet van ze gehoord. Daar kunnen we echter op wachten als we niet eindelijk eens als meerderheid durven roepen: ‘je kunt kiezen, integreren of gediscrimineerd worden’ en integreren doe je zo!

Nederland dient zich te realiseren dat zachte (laffe) heelmeesters diepe wonden maken. De groeiende aanhang van de PVV is het zichtbare teken van de wond die velen voelen.




dinsdag 26 juli 2016

Hoeveel moslims zullen geschokt zijn door de moord op een priester in Frankrijk?

                                                                   
Gekeeld in zijn eigen kerk
         
Hoeveel?, dat is natuurlijk moeilijk vast te stellen. Het zal wel weer obligate verklaringen regenen van islamitische organisaties die afstand nemen van deze barbaarse moord op een oude priester omdat ze niet willen dat die in verband wordt gebracht met de islam. Het zijn geen geloofwaardige verklaringen. Theologisch-juridisch dienen moslims, in een land waarin ze geen meerderheid vormen, zich te houden aan de geldende wetgeving tenzij hun geweten zich daar tegen verzet. Het afstand nemen door islamitische organisaties is niet principieel, maar situationeel.

Een Turkse imam uit Dieren versprak zich laatst toe hij verklaarde dat hij bereid was te doden of gedood te worden voor zijn geloof. De uitspraak werd omstandig witgewassen door de Dierense moskeeorganisatie die eigenlijk standvastig had moeten verklaren dat het zo in de koran staat. Geen moslim zal tot doden overgaan als hij geen theologische rugdekking heeft. Iemand met gezag moet verklaren dat het de goedkeuring van Allah heeft en dat het leidt tot martelarendom en het paradijs. Achter iedere aanslag moet dan ook zo’n goedkeuring te vinden zijn.

Hoeveel moslims zullen niet geschokt zijn door de barbaarse moord op een bejaarde priester? Ik heb de recente (2015) cijfers van Ruud Koopmans maar weer eens opgezocht.
Op de stelling: Terug naar de wortels van de islam?, antwoordt 54,5% van de Nederlandse moslims bevestigend.
Op de stelling: Slechts één interpretatie van de islam?, antwoordt 74,3% van de Nederlandse moslims bevestigend.
Op de stelling: Religieuze wetten zijn belangrijker dan seculiere wetten, antwoordt 70% van de Nederlandse moslims bevestigend.

De door Koopmans gevonden cijfers zijn schokkend en de voor Frankrijk gevonden percentages liggen nog aanzienlijk hoger. Het blijft speculeren als je je afvraagt hoeveel Nederlandse moslims niet geschokt zullen zijn en bij zichzelf zullen denken: “Met de islam valt niet te spotten”. Ik ga voor een veilig antwoord. Ik denk dat zo’n 55% van de moslims hun schouders ophalen over de moord op een ongelovige. Dat is een probleem omdat de meerderheid van moslims in Nederland, ondanks alle ontkenningen in feite van mening zijn dat het erbij hoort omdat de islam moet streven naar dominantie en omdat intimidatie en afschrikking werken. Bovendien roept de koran ertoe op en maakt het moslims gemakkelijk. Zie bijvoorbeeld dit vers: "..............Gij dooddet hen niet, doch Allah was het, Die hen doodde. En gij wierpt niet toen gij wierpt, maar Allah was het die wierp, opdat Hij de gelovigen een grote gunst van Zich mocht bewijzen. Voorzeker, Allah is Alhorend, Alwetend." [8.12]

Het Nederlandse en Europese beleid moet op de schop
Het beleid is er op gericht om aanslagplegers te isoleren van de islam. Dat beleid is er vermoedelijk om te voorkomen dat de bevolking zich en masse tegen de islam en moslims keert. Dat is geen houdbaar beleid. Ondergronds en bovengronds groeit het verzet en met iedere aanslag zal de groep die om maatregelen vraagt groeien.

Al eerder heb ik erop gewezen dat de islam op principiële gronden niet in aanmerking komt voor de rechten die voortvloeien uit de vrijheid van godsdienst. Het faciliteren van bijvoorbeeld de bouw van moskeeën, de oprichting van scholen, de belastingaftrek voor giften aan islamitische instellingen en liefdadigheidsfondsen en het verstrekken van allerlei subsidies, moet worden beëindigd. Het is een maatregel die ik bepleit tot de islam is hervormd en past binnen de Europese godsdienstvrede.

Wetgeving zal moeten worden aangepast zodat vijandelijke uitlatingen door moslims niet meer onder de vrijheid van meningsuiting vallen. Daartoe zal de islam als een vijandige religie moeten kunnen worden aangemerkt.

De familie van aanslagplegers dient te worden uitgezet. Individuen en families die geen blijk geven van integratie moeten financieel worden gekort op uitkeringen en voorzieningen. Er moet een beleid komen dat hen ontmoedigt om hier te blijven wonen.

De samenleving als zodanig is er nu wellicht nog niet toe aan zulke harde maatregelen. Maar ze zijn noodzakelijk om een veilig land te behouden en moslims die ons land wel omarmen te beschermen.