woensdag 16 mei 2018

Kalifaatkinderen

kinderen in vluchtelingenkampen


De regering RutteIII heeft besloten geen actief beleid te voeren in het terughalen van de zogenaamde kalifaatkinderen. Het had strakker gekund. Een besluit om terugkeer onwenselijk te achten is uitstekend te beargumenteren.

Het zijn vooral de achtergebleven grootouders die al een paar jaar actief zijn om de regering te bewegen zich in te zetten voor het terughalen van die kinderen. Dat is wel en niet begrijpelijk. Het niet begrijpelijke deel is de aanname dat een groot aantal van die kinderen getraumatiseerd is en later problemen zal geven. Grootouders lijken zich daar geen zorgen over te maken, maar het gaat om ouders die ook al niet in staat waren om te voorkomen dat hun eigen kinderen radicaliseerden. Dat ze daar nooit aanleiding toe zouden hebben gegeven is niet erg geloofwaardig. De kiemen van radicalisering liggen in het gezin en met name in de houding ten opzichte van de Nederlandse samenleving. Degenen die naar IS zijn vertrokken erkennen als regel de Nederlandse overheid niet en wijzen de liberale cultuur in Nederland af. Leven zoals men in de (geïdealiseerde) tijd van Mohammed leefde is hun ideaal.

Actief terugkeerbeleid is ook onrechtvaardig. Dankzij IS zitten honderdduizenden kinderen in vluchtelingenkampen. Nu Nederlandse kalifaatkinderen ook in dat soort kampen zitten heeft minister Grapperhaus ineens gewetensbezwaren: “Ik vind het verschrikkelijk dat die kinderen zich in dit soort gebieden bevinden, zij horen niet in zo’n kamp te zitten.” Zei hij in een uitzending van Pauw. Selectieve verontwaardiging lijkt het, omdat het om kinderen gaat met minstens één ouder met een Nederlands paspoort. Die ouders hebben hun paspoort echter letterlijk of figuurlijk weggegooid omdat ze de voorkeur gaven aan het leven in het kalifaat en aan de strijd voor de extreme islam.
Voorstanders van de terugkeer doen beroep op juridische gronden. Kinderrechten (Kalverboer), en mensenrechten (D’66) gelden ook voor kalifaatkinderen en hun ouders, betogen ze. Dan is er natuurlijk ook nog de Bergrede die mensen beweegt om zich het lot van ieder slachtoffer aan te trekken. De ChristenUnie is daarom voor terugkeer. De kinderen zijn slachtoffers, daar hoeft geen misverstand over te bestaan. Maar wie zich het lot van ieder slachtoffer aantrekt, verliest het zicht op grenzen die aangeven dat die zorg niet altijd even noodzakelijk of verstandig is. Het is vooral een probleem van ‘zielige’ grootouders en een verantwoordelijkheid van de ouders van kalifaatkinderen. Terugkeer naar Nederland is niet de enige mogelijke oplossing. Andere oplossingen kunnen worden overwogen zoals het gebruik maken van het tweede paspoort om zich met de kinderen in een islamitisch land te vestigen.

Andere oplossingen worden door de betrokkenen echter niet overwogen. Alleen al vanwege de zorg en inkomenshulp is het niet deugende Nederland toch het ideale land. Het is een taboe om daarover te praten en dat levert een hoop hypocrisie op.

Ook vanuit de islam zal veel informele druk worden uitgeoefend om de kinderen terug te halen. Binnen de islam ziet men ze meer als hún kinderen dan als Nederlandse kinderen. Zodra die kinderen terug zijn zal diezelfde islam zich inspannen voor gezinshereniging, want het is een mensenrecht en kinderrecht dat ouders en kinderen kunnen samenleven. Natuurlijk kunnen ze dat ook in hun tweede paspoortland, maar dat is weer zielig. Daar hebben ze lang niet van die goede voorzieningen dan Nederland heeft.

Het is tijd voor een ferm besluit. Wie naar het kalifaat is vertrokken, verliest het Nederlanderschap en is hier niet meer welkom, ook niet als ze ‘zielige’ kinderen hebben. Laat ze maar in die vluchtelingenkampen gaan wonen waarin honderdduizenden kinderen dankzij IS gedwongen zijn te verblijven. Moordenaars, verkrachters, stedenvernielers, op de vlucht jagers en hun instemmende aanhang verdienen een lot dat overeenkomt met wat ze anderen hebben aangedaan. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Mensen met een waslijst van misdaden tegen mensenrechten en kinderrechten hebben het recht verspeeld om daar een beroep op te doen. Jammer voor de kinderen die ze hebben, maar dat hadden ze eerder moeten bedenken. Die kinderen vormen echter ook een risico.  De straf moet ook een afschrikwekkend voorbeeld voor anderen worden. Als die straf niet bestaat, kun je je ongeacht je misdaden weer lekker terug laten vallen op de Nederlandse verzorgingsstaat met zijn milde juridisch systeem.

Die kinderen hebben helaas pech gehad, maar dat hebben de honderdduizenden kinderen op de vlucht en in vluchtelingenkampen ook.

Geen opmerkingen: