Daar zijn
goede argumenten voor aan te voeren. In heel wat situaties waarin dienders
terecht komen zou het de-escalerend kunnen werken. Het zou verdedigd kunnen
worden als vrijheid van meningsuiting. Zo’n agente kan aanhangster zijn van het
Epicurisme en kan er naar verwijzen dat op de gaypride er wel meer naakt uit
levensovertuiging te zien is. Ze kan beroep doen op het college van de rechten
van de mens met het betoog dat iedereen recht heeft op een epicurische
levenswijze. Ze kan een medische verklaring aanvragen om aan te tonen dat ze
claustrofobisch is voor bovensluitende kleding. Ze kan zelfs beroep doen op het
streven van de politie om meer divers te zijn. Ze zou kunnen aanbieden om het
decolleté met een kruis te bedekken. Maar het zal allemaal niet helpen. Een
politieambt gaat samen met een uniform en uniformiteit.
Deze
schertsende inleiding verwijst natuurlijk naar het beroep dat een Rotterdamse
agente heeft gedaan op het college van mensenrechten om meer kleding te dragen
dan de uniformiteit toestaat. Haar levensovertuiging draagt haar op om een hoofddoek
te dragen en een verbod zou haar in haar carrière schaden. Gezien alle reacties
raakt haar streven om als moslima-agente de straat op te gaan een open zenuw in
de Nederlandse samenleving. De Amsterdamse politie trok haar voornemen om de
hijab (je ziet geen hoofdoekjes meer) toe te staan om diversiteit uit te
drukken, ijlings terug. De reactie uit de samenleving is te interpreteren als
een verwijzing naar de norm/waarde dat de vrijheid van godsdienst samengaat met
het niet benadrukken van je religie in het openbaar. Die reactie toont de
spanning die de islam oproept. Vanuit de islam wordt zichtbaarheid juist nagestreefd.
Het is niet te verwachten dat de betrokken agente geheel uit zichzelf optreedt.
Het is aannemelijk dat zij een groep achter zich heeft staan die haar steunt of
mogelijk zelfs gebruikt om de islam ook door agentes uit te laten dragen.
De
geschiedenis van de hoofddoek begint niet bij de koran. De hoofdbedekking gaat
terug op het gebruik onder nomadische volken uit Arabië. Mohammed had mooie
vrouwen en was het gestaar van andere mannen zat. Hij beval zijn vrouwen eerst
zich te bedekken en later om zich achter een gordijn op te houden. Het bevel
komt van de jaloerse Mohammed. In zijn biografie van Mohammed geeft Tariq
Ramadan dat min of meer toe. Mohammed’s bevel werd een religieuze plicht, al is
die binnen de islam omstreden. Over bedekking zegt de Koran: "En zeg tegen de gelovige vrouwen dat
zij hun ogen neerslaan en over hun geslachtsorganen waken, en hun sier niet
tonen, behalve wat daarvan zichtbaar is. En zij moeten hun sluiers over hun
boezems dragen en hun schoonheid niet openlijk tonen, behalve aan hun
echtgenoten, of hun vaders, of de vaders van hun echtgenoten, of hun zonen, of
de zonen van hun echtgenoten, of hun broers ......... Soera An-Noer (Het Licht)
vers 31. En "O Profeet, zeg tot jouw echtgenotes en tot jouw dochters en
tot de vrouwen van de gelovigen dat zij hun gewaden over zich heen laten
hangen. Op die manier is het gemakkelijk om hen te herkennen en worden zij niet
lastiggevallen. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig" (Soera
AL-Ahzab:59). In een aantal islamitische gemeenschappen wordt de korantekst
letterlijk uitgelegd en begrepen als dat vrouwen slechts hun boezem dienen te
bedekken of hoog gesloten kleding dienen te dragen. In de jaren vijftig en
zestig van de vorige eeuw droegen in landen als Iran, Afghanistan, Egypte,
Turkije en Marokko alleen streng gelovige vrouwen een hoofddoek. Door de opkomst
van het salafisme en de strijdbaarheid van de ‘Islam Broederschap’ is het
dragen van bedekking weer een religieuze plicht geworden.
In de eigen uitleg
vertaalt de islam de jaloezie van Mohammed naar Allah’s wil. “Vrouwen dragen een hoofddoek enkel en
alleen voor Allah, omdat Hij het wil. Hierdoor wordt het dragen van een
hoofddoek een vorm van aanbidding, omdat je het voor Allah doet. Een vrouw met
een hoofddoek die hiervan bewust is, verricht als het ware de hele dag
aanbidding. Iedere seconde dat ze haar hoofddoek draagt, wordt toegeschreven
alsof ze aanbidding verricht. Dit is een grote gunst die Allah aan de vrouwen
heeft geschonken. Het ervaren van een kleine moeite op deze wereld door
het dragen van een hoofddoek, zal in het hiernamaals resulteren in een grote
beloning.” De meeste hijab dragende moslima’s vertellen dat ze dat uit
eigen wil doen. Maar de uitleg geeft duidelijk aan dat het geïnterpreteerd moet
worden als de wil van Allah. Zo krijgt de hele islamitische gemeenschap
zeggenschap over hoe vrouwen zich dienen te gedragen want het is een
gezamenlijk belang dat Allah’s wil wordt gevolgd. Dat is echter niet het
grootste probleem.
Het grootste
probleem, en dat geldt niet alleen agentes die een hijab willen dragen, is de
vraag waar de loyaliteit eigenlijk ligt. Een agente die beroep doet op een
islamitische plicht die in de koran verwoord is, kan geacht worden ook de rest
van de koran serieus te nemen. Daar ligt vervolgens het grote probleem. Een
agente met een hoofddoek op zegt eigenlijk dat haar loyaliteit bij de islam
ligt als het er op aan komt. De kernzin uit de koran is: “En bestrijdt
hen totdat er geen vervolging is en de godsdienst geheel voor Allah wordt.
Maar als zij ophouden dan ziet Allah voorzeker hetgeen zij doen” (soera
8, vers 39). De agente die vanwege de koran een hijab wil dragen, neemt dat dus
ook serieus. Bij deze kernzin uit de koran horen nog vele andere zoals: “Vechten
is je geboden ofschoon je er afkerig van bent; maar het kan
zijn, dat je tegenzin hebt in iets terwijl het goed voor je is en het kan zijn,
dat je iets behaagt terwijl het slecht voor je is. Allah weet het en jij weet
het niet” (soera 2, vers 216). Hoe kun je een agent(e) vertrouwen die
met dit soort bevelen is opgezadeld en vreest de hemel te missen als daar geen
gehoorzaamheid aan wordt getoond. Dan gaat het ook om partijdigheid. De kans
dat ze ‘per ongeluk’een terrorist laat ontsnappen bijvoorbeeld.
Er zijn vele
redenen om het door de Rotterdamse agente aanhangig gemaakte geschil af te
wijzen. Niet alleen de hoofddoek is in het geding, maar vooral ook de
onzekerheid waar de uiteindelijke loyaliteit ligt. Dat geldt niet alleen voor
agenten. Het geldt voor alle functies waarin het bevorderen van de islam en het
bevoordelen van moslims tot de taakmogelijkheden behoort. Om deze reden horen
moslims als sollicitant ‘gediscrimineerd’ te worden. In gevoelige functies zijn
ze uiteindelijk niet te vertrouwen zoals ook in het Amsterdamse deradicaliseringsschandaal
is gebleken, zoals ook is gebleken dat dienders vanuit hun eigen geloofsgroep onder druk kunnen worden gezet en corrupt worden.
Pleiters
voor diversiteit zijn naïef. Alleen de islam heeft daar belang bij. Maar het
zal nog wel een aantal jaren en de nodige schandalen duren voordat het algemeen
wordt in gezien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten